De Kentering 1 – De Stukkenjagers 5

Sowieso is Jan Weijters altijd een van de eersten die een verslag aanlevert, maar als zegevierend captain schrijf je nóg sneller…

Kentering betekent zoiets als omslaan van het getij. Nou, en óf het getij is omgeslagen! Er zijn wat vloedgolven over deze groep heen gekomen, maar na een keurig gelijkspel in Sint Oedenrode in de vorige ronde, volgde vandaag dus wat je een k(n)/(r)appe overwinning noemt. Zonder onze twee sterke spelers Emil en Pranav wisten we dat we boven onszelf zouden moeten uitstijgen. Het werd een vroege hemelvaart. Er zweefden vurige tongen boven onze stukken. En dat alles terwijl de coronaregels niet langer van toepassing waren in zalencentrum D’n Beer te Rosmalen. Alleen de opstelling van tafels en stoelen deed ons nog denken aan het virustijdperk.

De wedstrijd kende een spannend verloop. Nadat Carlo het punt had ingeleverd kwamen we vrij snel op 2-1 door knappe overwinningen van Leo en Jeroen. Jan van den Dries moest capituleren in de eindfase na lang een gelijke stand op het bord te hebben gehad. Toen stond het weer gelijk. Vervolgens brachten remises van Roger en Jan Weijters ons dicht bij ons tweede matchpunt. Maar we gingen er uiteindelijk met de volle buit vandoor. Bastiaan kon een eindspel met ongelijke lopers winnen noch verliezen. De ontknoping zat dus echt in de allerlaatste partij die wij als team met meer dan gewone belangstelling hebben gevolgd. Chapeau voor Ton die plotsklaps een stuk voorkwam en dat voordeel op vakkundige wijze uitbuitte.

Hieronder de commentaren van de spelers zelf:

Bord 1  Jan Weijters – Leon ter Beek   0,5-0,5

‘Het was geen hoogmoedswaanzin van mij om op het eerste bord plaats te nemen. Het heeft alles te maken met opofferingsgezindheid omdat Bastiaan graag een keer op bord twee wilde spelen. Aangezien we niet konden beschikken over een sterke vervanger wilde ik in het team niet te veel gaan schuiven, vandaar die zelfpromotie. Dan de partij zelf. Mijn tegenstander vertelde dat hij leraar klassieke talen was, dus bij mij kwam meteen de zinspreuk Nil volentibus arduum bovendrijven. Vooraf had ik een aantal varianten bekeken en al snel ontstond er een andere stelling dan verwacht. Het moment dat Fritz zegt: zo, en nu zijn we helemaal op ons zelf aangewezen!

De stelling was bijzonder gecompliceerd. Ik moest met twee paarden heel nauwkeurig manoeuvreren om wits loper en paard in toom te houden. De dames werden geruild. Volgens de computer had zwart licht voordeel. Op de 31e zet bood mijn tegenstander remise aan, herhaling van zetten was onontkoombaar. Ik wist dat ik een betere versie van mezelf zou moeten vinden om vandaag een goed resultaat neer te kunnen zetten. Er zijn van die dagen dat het lukt.’

Bord 2  David Bruggeman – Bastiaan van de Rijt  0,5-0,5

‘Mijn tegenstander koos voor de Engelse opening. Na de opening was de stelling gelijk. De tegenstander deed een pionoffer, waar ik goed op reageerde. Daarna maakte David een fout en kwam ik in het eindspel goed te staan. Ik kon echter niet doordrukken en kwam daardoor in een eindspel met ongelijke lopers wat uiteindelijk remise opleverde. Ik ben enorm blij dat het team heeft gewonnen.’

Over deze partij heeft tegenstander David een heel leuk verslag geschreven, met voor veel schakers zeer herkenbare gedachten. Je kunt het hier lezen.

Bord 3   Leo van Gelder – Wilbert van Eijk 1-0

‘Op mijn 12e zet besloot ik om een aanval met g4 in te zetten omdat mijn opponent een slecht gepositioneerde loper op f6 had. Mijn pionnenopmars op de koningsvleugel kon hierdoor eerder de zwarte koningsvleugel verminken dan andersom. Met de 13e en 15e zet offerde ik mijn eerste twee pionnen en op de 16e speelde ik met f4 een sterke stille zet. Vervolgens bood ik op de 17e zet mijn opponent ook nog de kwaliteit aan. De zwarte opzet was mijns inziens gebaseerd op deze winst.

Maar voor deze twee pionnen en de kwaliteit had ik compensatie. Een sterk paard op g5, met een vervelende vork op e6 in het vizier, en weldra een dreiging op de h-lijn. Mijn dame en koningsloper zouden spoedig aan deze aanval deelnemen. Tot mijn schrik zag ik dat mijn opponent op de 19e zet het sterke Pf8 kon spelen dat  tot remise zou leiden. (Thuis bleek dat Fritz13 ook deze voortzetting zou kiezen.) Mijn opponent dacht erg lang na over zijn 19e zet en speelde de zwakke zet Th6. Na drie verwachte zetten kon ik met mijn dame een beslissend schaak op g2 geven.

Bord 4  Johan Knuvers – Ton Renes 0-1

‘Met zwart de Modern defence, een opening die al zo een 40 jaar op mijn repertoire staat. Toch altijd weer verrassend, na 5 zetten een stelling die voor mij nieuw was. Nu heb ik nogal een voorkeur om, eenmaal op onbekend terrein, mijn partij wat behoudend op te zetten, wat resulteerde in een fantastische stelling voor mijn tegenstander. Zijn beide lopers controleerden de diagonalen. Een kleine onnauwkeurigheid kostte me een pion waarna ik door er nog maar een pion tegen aan te gooien iets van een koningsaanval probeerde op te zetten. Leek gevaarlijk en dat vond mijn tegenstander ook, want na het verlies van een loper en de kwaliteit hield hij het, na een klein verwerkingsproces, voor gezien.’

Bord 5  Jeroen van de Rijt – Ton van der Paauw 1-0

‘Na de opening kwam ik meteen goed te staan, maar ik maakte het onnodig spannend in het eindspel. Ik had dit eerder af kunnen maken. Toch won ik in het eindspel met 2 pionnen tegen een paard. Zodoende kon ik promoveren. Ik ben heel blij dat ik heb gewonnen, en nog belangrijker: dat het team heeft gewonnen.’

Bord 6  Hans van Eijk – Carlo Butalid 1-0

‘Onze partij begon als het Budapester gambiet. Op de 10e zet sloeg ik met mijn dame een loper in plaats van met een pion. Snel deed wit Da4+, en mijn loper was foetsie. Ik had dus een loper minder voor de rest van de partij. Ik gaf op op de 41e zet. Einde oefening.’

Bord 7 Roger Bougie – Luigi de Mas 0,5-0,5

‘Het was een mooie en spannende dag in Rosmalen, maar de opwinding zat vandaag in mindere mate in mijn eigen partij. Wat te schrijven; er gebeurde uiteindelijk heel weinig. Vrij naar Jan Arends: ‘Er zouden witte stukken door het veld gaan lopen. En dat zou alles zijn.’

Positioneel stonden die witte stukken de hele partij (iets) beter dan de zwarte, maar ik kon dat voordeel nergens omzetten in winst. En zo werd het remise en een half punt voor het team.’

Bord 8  Raymond Smulders – Jan van den Dries 1-0

‘Mijn tegenstander vertelde me voor de partij begon dat hij ‘slechts’ invaller was en dat hij een tijdje wat minder geschaakt had, omdat hij druk was met andere zaken. Achteraf bleek dat hij gewoon een dikke 200 ratingpunten meer had dan ik, dus hij wilde zichzelf ten onrechte in de underdogpositie duwen. De partij met een Siciliaanse opening ontwikkelde zich in eerste instantie rustig en gelijkwaardig en de materiaalverhouding bleef lange tijd gelijk. Rond de 30e zet leek ik in het nauw te komen. Ik besloot op de 33e zet de dames te ruilen, hetgeen achteraf een slechte beslissing was. We hielden beiden twee torens, een paard en vier pionnen over, schijnbaar gelijkwaardig, maar de torens van de tegenstander stonden vele malen beter dan die van mij: 0-1. Maar uiteindelijk werd het toch een prachtige middag in De Beer in Rosmalen, met een zinderende finale van met name Bastiaan en Ton, waardoor we onze eerste overwinning binnenhaalden en van de achtste naar de zesde plaats stegen op de ranglijst. Bravo!’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.