De Oude Toren 1 – De Stukkenjagers 6 6-2

Het zesde ging, niet geheel onverwacht, flink onderuit tegen de koploper. Zat er meer in? Lees het verslag van teamleider Jan van den Dries en zijn teamgenoten en je kent het antwoord.

Voornamelijk zure druiven in de Druiventros

Het was vooraf al als een moeilijke opgave bestempeld, onze strijd tegen het eerste (en enige) team van De Oude Toren in Berkel-Enschot. Toch werd het niet zo’n afdroogpartij als de kille cijfers wellicht zeggen. Op veel borden waar we verloren ging het immers lange tijd gelijk op, maar viel het toevallig toch net te veel de verkeerde kant op. Maar goed: de toppers hebben we nu gehad! We moeten ons nu bovenin de middenmoot zien te handhaven. Hieronder komen de spelers zelf aan het woord met een impressie van hun partij.

Bord 8: Ton van den Akker – Jan van den Dries 0-1

‘Ik speelde tegen een tegenstander die óf vroeg naar huis wilde óf een liefhebber was van snelschaken, dan wel een combinatie van beide. Ter illustratie: de partij begon uiteraard met 1.30 op de klok en toen de partij klaar was had mijn tegenstander er 1.38 op staan en ik nog ongeveer 35 minuten! Het is tegen zo’n Speedy Gonzales zaak om niet mee te gaan in dat snelle zetten en je handen op je rug te houden. Gelukkig lukte me dat goed in een Siciliaanse partij waarin ik langzaamaan overwicht kreeg en eerst een pion voorkwam en daarna nog eentje. Tegen de opmars van mijn beide vrije centrumpionnen had mijn opponent geen verweer en uiteindelijk gaf hij op toen beide centrumpionnen na enig tegenstribbelen tot dame promoveerden!’

Bord 7: Jan Weijters – Marcel Pulles 0-1

‘Zwart antwoordde op Pf3 met g7-g5, een zet die mij aan het denken zette en dat was natuurlijk net de bedoeling! Ik werd voor een Shakespeariaans dilemma gesteld: pakken of niet pakken. Ik besloot tot het laatste, omdat ik een ingestudeerde variant verwachtte. Dus ik koos ervoor om te ontwikkelen. Dat lukte eigenlijk best aardig, maar ik was veel te ongeduldig en na een paar overmoedige zetten om de tegenstander te imponeren, trok ik aan het kortste eind. Reden om met de staart tussen de benen af te druipen en thuis de cursus Omgaan met teleurstellingen nog maar eens de revue te laten passeren. Een beschamende prestatie.’

Tja, toen stond het dus 1-1 na zo’n anderhalf uur en een rondje langs de andere borden leerde dat er nog niks beslist was en dat het nagenoeg overal gelijk stond. Maar dat werd helaas spoedig anders!

Bord 5: Ton van den Heuvel – Frans Deckers 0-1

‘De partij opent met een Benkö-gambiet, dat door wit wordt afgeslagen. Uiteindelijk weet wit veel druk te zetten op zwart z’n a-pion en die ook te winnen (+5!). Zwart gaat echter in de tegenaanval aan de koningsvleugel en na een aantal positionele fouten (nemen met de verkeerde pion, waardoor een toren een open lijn krijgt) blundert wit een stuk weg: 0-1.’

Bord 6: Ad Verhagen – Carlo Butalid 1-0

‘Ik speelde met zwart tegen Ad Verhagen. Hij opent met d4 en c4 en ik antwoordde met de Budapester Defence. Na ruil van drie stukken en de dames stonden we gelijk. Op de 28e zet waren ook de torens eraf en hadden we alleen nog maar pionnen over. Totdat ik een verkeerde koningszet deed en zijn pion kon promoveren!’

Een 1-3 achterstand dus, maar de eerste vier borden waren nog bezig en we stonden op sommige borden best aardig! Maar ja.

Bord 1: Cees Zoontjes – Koen Robben 0-1

‘Na een supervriendelijke ontvangst in het ons welbekende Berkel-Enschot, kreeg ik wederom een Caro-Kann voorgeschoteld. Vorige keer in de externe ging dat helemaal fout, maar het leverde toen nog wel een remise op. Nu ging het helaas opnieuw fout (torens verdubbelen op de c-lijn bleek geen goed plan) en het leverde me slechts een nul op tegen de prima tegenstander overigens.’

Bord 2: Michel van Ansenwoude – Ton Renes 1-0

‘Een derde opeenvolgende nederlaag. Ik kan me niet herinneren dat dit me ooit is overkomen. Het was desondanks een leuke partij. Ik speelde met zwart Konings-Indisch waarin een afruil resulteerde in een voor mij hangende pion op d6 en dus een sterk veld d5 voor mijn tegenstander. Niet dat hij daar gelijk gebruik van kon maken, maar toch! Wel sloeg de twijfel toe. Wat te doen? Centrum dichtschuiven en een koningsaanval opzetten of proberen mijn slechte loper in het spel te betrekken? Door wat afwachtende zetten mijnerzijds kon mijn tegenstander het centrum openen wat uiteindelijk in een slechter pionneneindspel voor mij zou resulteren. Daar had ik niet veel zin in, maar een opportunistisch zetje van mij, hopende op een foutje van mijn tegenstander, betekende helaas al snel het einde.’

Bord 3: Jan Verbiest – Leo Elias 0-1

Een paard, een paard. Mijn koninkrijk voor een paard.

In een aangenomen damegambiet partij kreeg mijn paard op f3 een eigen wil. Hij had als opdracht veld g5 te dekken, maar plotseling sprong hij naar d2. A tempo volgde Le7-g5. Daarmee keek hij door mijn dame op f4 naar het ongedekte paard op d2 (röntgenaanval, stap 3). Dat niet alleen, na slaan op d2 viel de loper mijn torens op c1 en e1 aan (dubbele aanval, stap 2). Aan onze teamcaptain Jan de stand gevraagd: 3-1 achter. Ja, dan toch maar doorspelen en proberen er iets van te maken. Met De5 en Ph5, dreigde mat in 1 (stap 1) of 2 (stap 2). Maar met deze tegenstander was dit uiteraard een lachertje. Maar door de afruil die hij koos kon ik mijn torens redden. Inmiddels was de stand 4-1. Wat nu? Mat achter de paaltjes was mogelijk, als ik zijn toren van de achterste lijn kon lokken. Dat lukte, maar het matveld op d8, had hij inmiddels gedekt met Lg5. Na min of meer gedwongen afruil van de resterende stukken (T + P) kwam mijn koning alleen op veld d1 te staan. Op de damevleugel zouden mijn pionnen geslagen worden door de zwartveldige loper en op de koningsvleugel kon de zwarte koning binnendringen, om daar mijn pionnen één voor één te slaan. Inmiddels was de stand 5-1, zodat ik met een gerust hart kon opgeven. Mijn eenzame koning op d1 vond de titel niet goed. Dat moet zijn: Mijn koninkrijk verloren door een paard!’

Bord 4: Marcel Strik – Nico van Ham 0-1

‘Met zwart kreeg ik een Italiaan voorgezet. Na e4-e5 gelijk Lc4-Lc5 vervolgens c3-Pf6 en d4-exd4. Na cxd4-Lb4+ en Ld2 speelde ik De7; dat werd beantwoord met De2. Ik kon toen straffeloos de pion op e4 slaan met mijn paard. De eerste-bordspeler van De Oude Toren dacht dat wit dit had kunnen voorkomen maar bij het naspelen bleken alle varianten tot hetzelfde materiaalverlies te leiden. De partij ging verder door het afwikkelen naar een eindspel waarbij ik de loper tegen een paard had, plus een pion. Op de damevleugel kon mijn pluspion promoveren tot dame, één zet voordat wit dat ook kon. De rest was techniek.’

En zo werd het dus 6-2 voor De Oude Toren. Maar niet getreurd: we staan nog in de middenmoot en hebben de sterkste teams reeds gehad! Volgende keer tegen Oisterwijk die gelijk staan met ons.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.