De Stukkenjagers 5 – De Drie Torens 2

Na de eervolle nederlaag in de openingsronde ging het vijfde deze keer flink het schip in: 1-7. Teamleider Jan Weijters blikt terug en laat de spelers aan het woord over hun partij.

Aan een stadsderby worden doorgaans eigenschappen als spanning, sensatie, vechtlust en rivaliteit toegedicht. De uitslag geeft min of meer weer dat deze ingrediënten vandaag ontbraken in de bovenzaal. Opwinding was vooral inherent aan de vraag of we wel op het scorebord zouden komen. Strijdlust bleek uit de volgende opmerking toen we al snel met 0-2 achter stonden: “We kunnen nog met 6-2 winnen!” Na een rondgang langs de borden zag ik vooral zuchtende, verhitte gezichten die langzaam maar zeker op onwenselijke stellingen uitkeken. Dat gold in niet mindere mate voor de captain die zich met hand en tand verdedigde in een iets mindere stelling. Een misstap van diens tegenstander in het eindspel zorgde ervoor dat de hatelijke nul op het formulier uitbleef.

1. Thomas Tepe – Bert-Jan Panjoel
Ik heb een korte partij gespeeld, waarin ik al snel mijn dame liet insluiten. Met als gevolg een stuk achter. Heb vervolgens nog drie zetten gedaan, maar het voelde hopeloos dus heb ik me maar overgegeven. Volgende keer hoop ik een hoger niveau te hebben.

2. Leo van Gelder – Michele Montenegro
In een Pirc-achtige stelling voelde ik met wit dat ik onder druk kwam te staan. Naarmate de partij vorderde kwam ik in een meer gelijkwaardige stelling terecht. Helaas koos ik voor een gewaagde en overschatte zet die uiteindelijk verliezend bleek te zijn.

3. Raimon Bach – Danniel van Boxtel
Mijn tegenstander speelde de Rubinstein-opening. Door het inloopschaak had ik hier enige ervaring mee. Tot zet 27 was de stelling nagenoeg gelijk. Daarna begon ik steeds meer opgesloten te raken waardoor ik 15 zetten later opgaf. Gezien de sterkte van de tegenstander (1880) ben ik tevreden met het verloop van de partij.

4. Carlo Butalid – Pieter Priems
De opening verliep goed. Maar ik deed twee zwakke pionzetten achter elkaar: c3 op de 11e zet (om b4 te spelen), en d5 op 12e zet. Ik verloor vijf zetten later de pion op d5 en mijn toren (op a1) was lang ingesloten vanwege mijn paard dat c3 moest beschermen. Zwart ging aanvallen op mijn koningszijde met al zijn stukken en twee pionnen, en ik verdedigde zonder hulp van de toren en het paard. Op de 30e zet brak hij door mijn verdediging, en ik moest een paar zetten later opgeven.

5. Ivar van der Heide – Jaap Postuma
Op bord 5 mocht ik aan de bak, en al snel kreeg ik de kans om er een ‘spannend’ spel van te maken in de Spaanse opening. Deze kans bleek echter minder spannend dan ik dacht. In plaats van drie pionnen en een koning aan de wandel mondde het spel uit in twee pionnen en een wandeling van de koning tegen mijn loper. Daarna verzaakte ik om op tijd te rokeren om twee torens in de strijd te betrekken. Weer mocht ik als eerste van het team de handdoek in de ring gooien. Het is (en blijft) voor mij een moeilijk spel. Ik moet mij verdiepen in openingen voor zwart, alle hulp is welkom!

6. Jan Weijters – Frank Schouten
De partij begon scherp met de Krause-variant van het Damegambiet. In het middenspel kreeg mijn tegenstander een licht overwicht, maar hij kon die situatie niet uitbuiten. Ik kon alles met hangen en wurgen verdedigen en hield in het eindspel twee paarden tegen twee lopers over. De kracht van de loper op de witte velden kon ik neutraliseren. In een vrij evenwichtige stelling bood ik remise aan. Dat werd geweigerd, de zwarte koning marcheerde naar voren, moest ineens een h-pion verdedigen en trapte daardoor in een aftrekschaakje en er werd resoluut opgegeven. De eer van de club was gered.

7. Elroy Kerstens – Alex Olree
Mijn tegenstander was dezelfde van vorig jaar, toen nog in klasse 6. Hij begon met d4 en we kwamen in een Catalaans-Slavische opening terecht. Ik stond volgens mij redelijk goed en dacht dat wit een onverdedigbare a-pion had. Dus speelde ik Pg8, om het paard naar een veld te manoeuvreren om de a-pion aan te vallen. Het paard kwam echter niet meer van g8 af, omdat er een aanval kwam van wit die niet meer te stoppen was. Ik moet het nog nakijken met Stockfish, dus ik weet niet zeker of dat mijn grootste blunder was. Maar al met al een spannende pot met zeer veel tactische varianten.

8. Jeffrey van Huygevoort – Jelle Mathieu
Ik speelde op safe door met het London-systeem te openen. Doordat ik slecht geconcentreerd was kwam ik op zet 10 al een stuk achter. Hierdoor zag ik de bui al hangen, mijn tegenstander stelde het uitdelen van de genadeklap nog redelijk lang uit, doordat hij zijn toren passief had staan op de h-lijn, maar kwam verder geen enkele keer in de problemen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.