De Stukkenjagers 5 – Eindhovense SV 3

Een multivalente kop, want SJ 5 won ook met 5-3 van ESV 3. Captain Jan Weijters leidt wederom de ontboezemingen van teamgenoten op onnavolgbare wijze in.

Het vervolg

De Engelse vertaling follow-up is in zekere zin een betere weergave voor de voortzetting van ons succes. Na de onverwachte overwinning op De Kentering in maart volgde in de onstuimige maand april een nog grotere verrassing. Een ploeg met titelaspiraties werd door ons in een spannende wedstrijd teruggeworpen op aarde.

De stellingen vertoonden het eerste uur een zekere gelijkmatigheid, zodat de uitslag alle kanten op kon. Invaller Thomas Kaufmann zorgde voor het eerste punt. Dat was een knappe prestatie tegen een groot jeugdtalent. Jan Weijters en Leo van Gelder moesten deze keer buigen en zo kwam het team weer op achterstand. Roger Bougie, die de laatste tijd zeer succesvol is, bracht ons weer op gelijke hoogte. De gebroeders Van de Rijt speelden beiden een degelijke partij tegen sterkere tegenstanders en noteerden elk een halfje: chapeau! Gelijke stand: 3-3 met nog twee partijen te gaan, die zoals later bleek genoeg hoop boden. Eerst won Carlo Butalid met zijn mysterieuze glimlach om zijn mond en daarna hoefde Ton Renes alleen nog maar remise veilig te stellen. Hij stond echter in gewonnen positie. Toch bleef zijn tegenstander Suyash Gawade zich met hand en tand verdedigen. Het was niet genoeg.

En dan nu het echte vervolg: hoe anders kijk je naar een mens als hij je tegenstander is. Dat werd ik mij gewaar toen ik samen met Tons bovengenoemde tegenstander Suyash in de trein terug naar Eindhoven zat. Tegenover mij zat een zeer vriendelijk persoon. We spraken over van alles en nog wat: Nederland, het land, de taal, de mensen, de oorlog in Oekraïne, Gandhi, Anand. Ik pretendeer geen diepgang met deze korte opsomming, maar het lezen van een mens kan minstens zo prettig zijn als het lezen van een goed boek. Aangekomen in Eindhoven hadden we allebei min of meer een kort verhaal gelezen, terwijl we even tevoren in Ruimte X nog geen letter door onze strot konden krijgen. Thuisgekomen legde ik het boek dat ik voor mijn korte reis had gereserveerd op de salontafel. Mijn vrouw vertelde dat een vriend van vroeger was overleden en ik was lange tijd stil.

Hieronder de commentaren van de spelers zelf:

Bord 1   Jan Toorman – Bastiaan van de Rijt  0,5-0,5

‘In een gesloten Siciliaans kreeg ik langzamerhand een beetje de overhand. Wit verdedigde goed, in het eindspel werd het gelijk. Met deze remise was ik tevreden. Zeker toen bleek dat Stukkenjagers 5 gewonnen had. Gezellige middag!’

Bord 2   Thomas Kaufmann – Ivan Ponomarev 1-0

‘Toen ik net voor twaalven de speelhal binnenliep moest ik wat grinniken bij de aanblik van de grijsaards van SJ 6 en hun jeugdige tegenstand. Het lachen verging me echter toen ik zelf ook geconfronteerd werd met een opponent die nog aan het begin van zijn puberteit stond. Mentaal lastig. In mijn hoofd had ik mijn tegenstander al gebombardeerd tot wonderkind en waande me bij voorbaat voor de zekerheid vast kansloos. Ik besloot relatief snel te spelen in de hoop wat jeugdige overmoed te evoceren. Toen ik echter zag dat hij bij elke zet ruim de tijd nam om vervolgens met een licht voordeel en een irritant loperpaar uit de opening te geraken wist ik het zeker: deze jongen wordt minimaal grootmeester, hoogstwaarschijnlijk nationaal en eventueel zelfs wereldkamp… Kan ik hier niet gewoon doorslaan? Opeens was daar een kwaliteit, even later de winst en uiteindelijk zelfs relatieve rust. Ik was ruim op tijd klaar en kon rustig aanschouwen hoe de spanning op de andere borden tot ongekende hoogten steeg…’

Bord 3   Loek van Rey – Jan Weijters 1-0

‘De Siciliaanse verdediging dus. De gebruikelijke zetten volgden totdat ik op de twaalfde zet mijn pion naar b5 dirigeerde. Een tikkeltje wild, maar zoals gezegd… april doet wat ie wil. Wit ruilde het paard op c6 en de zwarte pion op d6 kwam onder druk te staan. Dat leidde tot (de) (on)nodige complicaties waarbij mijn opponent niet altijd voor de beste zet koos, zodat ik met de dames op het bord een kansje overhield. Ik moest wel een kwaliteit inleveren, toren tegen loper. Op de laatste zet liet ik mijn overgebleven toren slaan met schaak. De koning lag nu definitief om.’

Bord 4   Jeroen van de Rijt – Jos Rensen 0,5-0,5

‘In een Konings-Indische opening kwam ik best wel goed uit de startblokken. Misschien had ik wel een pion kunnen winnen in het middenspel, dat deed ik niet. Hierdoor kreeg zwart de overhand. Doordat ik zelf daarna goed verdedigde stelde ik het halfje veilig. Blij dat Stukkenjagers 5 gewonnen heeft. Ik heb een leuke middag gehad.’

Bord 5   Roeland Wildemans – Leo van Gelder 1-0

‘Mijn opponent opende met c4, maar ik had geen trek in een Engelse partij volgens het boekje. Na vier zetten hadden we allebei onze paarden ontwikkeld. Op mijn 7e zet speelde ik e4 en wit moest zijn paard naar g1 terugtrekken. Ik had één stuk ontwikkeld terwijl alle witte stukken nog steeds op de beginpositie stonden. De strijd ontbrande om mijn e4-pion die wit wilde veroveren. Na 20 zetten was het een gelijkwaardige stand, maar ik speelde gewaagd op pionwinst en verloor daardoor helaas een paard.’

Bord 6  Ton Renes -Suyash Gawade 1-0

‘Deze keer met wit, het Schots gambiet op het bord. De partij ontwikkelde zich kalm, omdat mijn tegenstander de scherpe varianten uit de weg ging. Een hangende pion op d6 werd uiteindelijk mijn doelwit. Met de torens op de d-lijn en mijn loper op f4 en dame op g3 werd deze pion onder vuur genomen. Toen mijn tegenstander met g5 zijn koningsstelling opblies stond er na 25 zetten een voor mij compleet gewonnen stelling op het bord. Plus 12 volgens StockFish, moest ik er wel een stuk tegen aan gooien en daar heb ik altijd wat moeite mee. Na afruil kwam er een dame-eindspel op het bord met twee pionnen meer voor mij. Een verbonden vrijpion op de koningsvleugel. Toch nog een heel gedoe om dat uiteindelijk tot winst te brengen.’

Bord 7   Stijn Pollen – Roger Bougie 0-1

‘Mijn tegenstander Stijn had zich verslapen en dus begonnen we een kwartiertje later dan de anderen aan de partij. Nadat de klok aan ging probeerden we samen de achterstand in tijd in te halen, zo leek het. Toen het stof van een razendsnelle opening – waarin wit iets meer initiatief had – was neergedaald kwam ik met zwart in het middenspel al snel beter te staan. Cruciaal moment was het ruilen van een sterk zwart paard voor een zwakkere witte loper. Dit leidde (en dat was het idee) dan wel tot een kwetsbare geïsoleerde pion op de d-lijn voor wit. Nadat die was veroverd was het een kwestie van afruilen en kwam ik uiteindelijk zelfs met een loper en drie pionnen tegenover een paard en één pion te staan. Wit overzag het slagveld en hield het voor gezien; hier viel weinig eer aan te behalen.’

Vanaf dat moment kon ik als verslaggever ter plaatse via de app de teamleden die op vakantie (enjoy!) of ziek (beterschap!) waren op de hoogte houden van alweer een zenuwslopende en razend spannende middag. Met de bekende, maar onverwachte afloop. Met een team dat na de winter in de juiste flow is gekomen. Van sukkels naar succes is maar een kleine stap!

Bord 8   Carlo Butalid – Karel Jeurissen 1-0

‘Er waren nog twee partijen te spelen. De stand was gelijk. In het eindspel stond ik er beter voor. Met het nodige geduld kon ik mijn partij tot winst voeren. Maar we hadden nu tenminste al een wedstrijdpunt binnen. Het was lang geleden dat ik had gewonnen. Superblij. Toen Ton de laatste partij won helemaal.’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.