De Stukkenjagers 6 – DSC Dongen 2

Het zesde behaalde in zin derde wedstrijd zijn tweede matchpunt. Cees Zoontjens vertelt hoe.

When the lady smiles

Gemakshalve dekte onze teamleider zich bij aanvang van de wedstrijd in met de opmerking dat hij, ingeval van opmerkelijke geschilpunten tijdens deze match, deze onverwijld zou voorleggen aan de aanwezige KNSB-wedstrijdleider. “Niemand zal te kort worden gedaan.” Deze garantie was voor Dongen reden genoeg om te stellen dat zij niet moeilijk zouden doen. “Maar wij wel!” riep iemand uit het SJ-publiek balorig! Onder die omstandigheden bleef het ongewis wie er met de gouden oorring vandoor zou gaan.

We waren nauwelijks begonnen of Jan Bergsma, op bord 7, vergat zijn dame veilig te stellen. De trein van 12.30 uur terug naar Breda kon hij nog net halen. Shit happens. De andere Jan – Jan van de Dries, onze tweede bordspeler – speelde een ogenschijnlijk degelijke opening tegen Jan Haast. Een echt lieve man, maar niet achter een schaakbord. Zijn uitstraling bracht onze Jan enigszins van zijn stuk: lopertje kwijt, gevolgd door een paniekerige pionzet. Een familieschaakje deed hem de das om.

Intussen had René Davidse besloten om een lijn te openen waarop ook zijn dame en koning stonden. Oef, dat kon niet goed gaan, dus ook bord 3 ging verloren. Waar moet dat heen? En dan onze man op bord 6: ook hij gaf zijn dame weg. Maar Hans Groffen is Hans Groffen niet als hij geen tegenkansen ziet. Met een smerig vorkje won hij de dame terug en die dame lachte niet, want Hans stond toen simpelweg een kwal voor. Daarna was ‘t:  problem solved.

Op bord 8 had Ad Haans een enorme bos hout gewonnen. Wat er daarna gebeurde is mij ontgaan, maar de verontschuldigende gebaren spraken voor zich. Tussenstand: 4-1 voor Dongen.

Ikzelf stond, met zwart op bord 1, ook niet geweldig, had al een pionnetje verknald, maar giftige pionnetjes opgespeeld (g4 en f3). Uiteindelijk kon ik een stelling bereiken met damewinst of mat. Bij die keuze gaf mijn tegenstander teleurgesteld op. Is er toch nog iets mogelijk? Hans van Driel had aan bord 5 met een pion het veld g3 bereikt. Zijn tegenstander bezweek onder de druk en met toren d1 gaf Hans mat achter één(!) paaltje. Best wel leerzaam.

Potdorie, het staat nu 3-4. De laatste partij moet nu de beslissing brengen: onze teamleider, Wil Wouts, op bord 4 heeft een langdurig voordeel weten te bereiken. Op beide spelers rust de druk nu niet te mogen verliezen. Maar hoe te winnen is nog niet zo duidelijk. Een schaakje dan maar proberen, dacht Wil (en nog veel meer natuurlijk). Een paniekerige reactie volgde van zijn tegenstander. “Onreglementaire zet”, schreeuwde iemand uit het publiek. Of het dezelfde man was als uit het begin van de match, zal nooit duidelijk worden. “U moet nu wel de toren spelen”, luidde het vervolgcommando. Gedesillusioneerd gaf de tegenstander op. Eindstand 4-4.

Epiloog: mag dat zomaar, publiek dat zich met een partij bemoeit? Nee, zegt de KNSB-wedstrijdleider. Maar als de tegenstander de partij opgeeft is het einde partij. En als de tegenpartij zich beroept op die inmenging? Dongen deed niet moeilijk, zoals beloofd. Wij toch ook maar niet, dat begrijpt u wel. Verloren gegane dames konden toch nog lachen, haha. Met spectaculaire dank aan Wil. En natuurlijk excuses van die… eh… man uit het publiek.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.