S. Landau Axel – De Stukkenjagers 2 4-4

De lange reis naar Zeeuws-Vlaanderen leverde het tweede maar één matchpunt op. César Becx maakte een verslag met lekker veel diagrammen. Nu maar hopen dat ze geladen worden op die mobieltjes…

Axel, ik wist eigenlijk niet wat ik moest verwachten. Ik hou van treinreizen, maar niet zo van de NS die mensen al jaren op het langgerekte perron in Roosendaal dwingt tot een gestrekte draf om de overstap naar Goes (of richting Tilburg op de terugweg) te halen. Om 09.00 uur vertrokken, en dan vanuit Goes nog ruim een uur in de bus naar Axel. Ik was er al om 11.30 uur, strikt genomen moet dat ook van de KNSB; als ik de laatst mogelijke verbinding van een uur later had genomen, had ik reglementair namelijk geen poot om op te staan als de NS, Connexxion of mijn sprint (lees: razendsnel geschuifel) me in de steek zou laten. Dus kon ik nog anderhalf uur lang het centrumpje van Axel verkennen, best aardig.

Eenmaal aangekomen bij de speelzaal – een schoolgebouw buiten het centrum – waren de teamgenoten er al. Vier Brabanders in Martijns sportmodel gepropt, vooral verticaal uitdagend. Onze jonge Belgen met hun trouwe ouderlijke chauffeurs, hoog tijd voor de welgemeende complimenten en tussentijdse dank voor hun niet aflatende inzet.  

De wedstrijd dan. De score werd geopend door Erik Dignum, maar wel anders dan doorgaans het geval is. Hij had zijn dag niet, kwam een pion achter en ging in het dubbeltoreneindspel verrassend snel onderuit. Ik mocht de gelijkmaker aantekenen, in een miniatuurtje van 17,5 zet. Dat klinkt indrukwekkender dan het is, want gedurende 14,5 zet stond ik minder…

César Becx – Patrick Moens

Ik heb aan mijn gambietspel geen goed vervolg gegeven en moet nu eigenlijk op zoek naar gelijk spel. Ik denk in zulke situaties altijd (te) lang over tactische mogelijkheden die ik nog maar zelden rondgerekend krijg. Hier ga ik na rijp beraad toch maar voor de wilde optie, waar nog wat manoeuvreren (h3 of Pce2 + Pd4 misschien) strikt genomen beter is. Maar ik wilde niet dat de zwartspeler zijn ontwikkeling ongestoord kon afmaken en speelde dus 12. Pxf5  gxf5 13. Le6 g6 en nu de ‘clou’ 14. g4. 

En dan maar hopen dat zwart niet ziet dat hij na 14… Lc5!  en het tamelijk geforceerde vervolg 15. Lxc5 Pxc5 16. gxf5 Pxe6 17. fxe6  The8 18. f5  gxf5 19. Thf1  Txe6  20. Txf5  Tg8 risicoloos kan proberen zijn pluspion te gelde te maken. 

14… fxg4? Kijk, het werkt al een beetje. 15. Pxe4 Volgens Engine staat het nu alweer gelijk, maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik me toch ernstig zorgen maakte over de kracht van zwarts antwoord. Niet zozeer over 15… Td8, want dan ga ik met 16. Pg5 weer nieuwe vragen stellen. Nee, ik was vooral ‘bang’ voor de door zwart inderdaad gespeelde zet 15… Te8! 

Nu dacht ik weer lang na. Vooral over 16. f5 gxf5  17. Lf4  Kb6 18. Lxf5, maar ik vertrouwde het niet na 18… Pd5. De engine geeft echter dan 19. Pd6 met gelijk spel. Me dit niet realiserend koos ik vol overtuiging voor een extra kansje: 16. Pxf6(?) 

Het ergste wat me nu kon overkomen was 16… Pxf6 17. f5  gxf5  18. Lf4  Kb6 19. Lxf5 met maar één pupke minder. Maar het mooie was dat ik de zwartspeler, ook een echte tacticus, een verleidelijke extra optie bood. En jawel: 16… Txe6??  17. Txd7  Kc8 

Zwart moet hebben gedacht: en nu zoek het maar uit, met al je hangende stukken, ik hou vast wel een of meer pionnen over in een toreneindspel. Na welke toch wel verrassende zet gaf zwart na enig nadenken op? De oplossing vind je aan het eind van dit verslag.

Dat was 1-1. Daarna kwamen we op voorsprong door supersub Thomas Kaufmann. We hadden het er van tevoren over gehad dat hij in het GWK al een goede partij tegen Nick Dubbeldam had gespeeld; reden om te proberen die op te zoeken. En jawel, het lukte, aan bord 4. Thomas speelde een strakke pot, pakte een aangeboden pion en nog één, voorkwam damevangst en liet Nick deze keer niet met remise ontsnappen. 

Ook onze benjamin, Elias De Reese, scoorde een vol punt. Hij leek aan bord 5 een veelbelovende aanval te hebben via de open h-lijn, het stond zoiets.

Elias De Reese – Janco Dees

Meer weet ik er helaas niet van. Het is nog niet zo eenvoudig om progressie te maken voor wit. Ik vermoed dat het moet komen van wendingen als f4 en/of Pf5. Hoe dan ook, Elias won gewoon, 3-1. 

Aan de borden 1 en 3 kregen onze andere junioren Joppe Raats en Wout Verboven de Zeeuws-Vlaamse  2100-plussers te bestrijden. Preciezer is Vlaams-Zeeuws-Vlaamse, want beiden stammen net als Elias uit het Gentse. Wout had geloof ik aan het eind een verwaarloosbaar voordeeltje: remise en 3,5-1,5. Bij Joppe zat er wellicht meer positionele muziek in de stelling, maar met het oog op de situatie op de resterende borden kon hij met een gerust hart remise accepteren, 4-2.

Helaas ging het bij Fré Hoogendoorn (bord 2) en Martijn Blom (bord 8) daarna mis. Fré stond in het verre middenspel uitstekend, maar toen zijn voordeel binnen de perken bleef schakelde hij iets te laat over op de veilige modus. Hij kwam in een lastig eindspel van slechte loper tegen sterk paard terecht en raakte daarin een pionnetje kwijt. Misschien was het op enig moment nog houdbaar, maar in de praktijk leg je het toch altijd af tegen een gelijkwaardige tegenstander die weer voldoende tijd heeft.

En dan Martijn. Woorden en zelfs diagrammen schieten te kort om zijn zelfwalging te beschrijven. Ik volsta met vijf plaatjes. Maar goed beschouwd is kort vóór het eerste diagram ontstond het kwaad al geschied. Zet er voor zwart nog ergens een loper bij en je begrijpt hoe goed Martijn stond voor hij die weggaf.

Ivo Lagendijk – Martijn Blom

Toch gloort er hoop, ondanks dat de witspeler een eerste (lange) incrementfase overleefd heeft en nu weer 30 minuten heeft. Martijn zet zich manmoedig over de teleurstelling heen en realiseert zich dat het niet beter meer zal worden dan pakweg -7. Hij besluit terecht om maximaal verwarring te gaan zaaien. 40… d3.

Nou deed het uiterlijk van Ivo mij in de verte al een filosoof vermoeden. En verdraaid, deze zet maakt meteen de diepzeedenker in hem klaarwakker. Of misschien juist in de slaapstand, want daar gingen al gauw weer 15 minuten down the drain. Uiteindelijk kwam er 41. e3. Martijn stelde vervolgens weer een vraag: 41… Te8

Tja, dat gaf Ivo weer genoeg, zeg maar gerust overvloedig, stof tot nadenken. Sterker nog, Ivo voegde daar op een gegeven moment nog een gemompeld ‘Ik begrijp er niets meer van’ aan toe. Uiteindelijk spendeerde hij weer kostbare tijd aan de meest logische zet 42. Dd4. Martijn had niet lang nodig voor zijn enige-kanszet 42… Pe6.

Ook nu leken bij Ivo paniek en apathie weer om voorrang te vechten. Hij moest toch weer wat materiaal inleveren, en hoe zou hij die klap zo meteen nog te boven komen, terug op increment? In gedachten zag ik de matchpuntenvloot alweer binnenvaren. Maar ik had me deerlijk in Ivo’s slagvaardigheid vergist, want – ere wie ere toekomt – terwijl de laatste minuut wegtikte kwam hij met de koelbloedige en zeer fraaie zet 43. Tc8! 

Die hadden we niet zien aankomen: op Pxd4 volgt Txe8 Tf8 Ld5 en ook het tussengeplaatste stuk op e6 gaat eraf met schaak. Mooi gezien en je zag Martijn inzakken: seconden verwijderd van ‘eind goed al goed’ en dan dit. Hij zag niets beters dan de fatale stellingsvereenvoudiging door 43… Db5 44. Txe8  Dxe8 maar te accepteren waarna de stelling zo overzichtelijk was dat Ivo, ondanks blijvende incrementproblemen, betrekkelijk rustig het punt kon binnenslepen.

Toch had de partij nog een razend spannend vervolg kunnen krijgen als zwart in de diagramstelling de veldruiming 43… Tf1 had geprobeerd (zoals ik te kort na de partij ter sprake bracht… nogmaals sorry, Martijn, de liefde voor idiote zetten maakt mij soms even sociaal blind). Na 44. Kxf1 Pxd4 45. Te8 Kf7

doemt dan alweer een lastige keuze voor wit op: naar het tegennatuurlijke veld e5 of op de 8e rij blijven? De beste zet (nog steeds +6) is het eng ogende 46. Te5. Andere zetten geven opeens nog maar +3 voor wit. Met 45. Te5 ‘dicht’ je de diagonaal f6-b2 via welke de zwarte dame (na Pd4-c2) wel de toren op b2 zou willen ophalen. Nu kan dat nog niet vanwege Tf2 met penning, maar als het paard eenmaal op c2 die tussenplaatsing verhindert, heeft zwart op Df6 weer Tf5, ook met penning. Toch blijft het na 45. Te5 Pc2 best onoverzichtelijk met diverse (pseudo-)dreigingen, op e3 en zo. 

Met deze optie geconfronteerd hoefde Ivo voor één keer niet lang te denken over de onvergetelijke uitsmijter: ‘O, dan was ik zéker door mijn vlag gegaan.’ 

Een hard gelag voor een echte teamspeler als Martijn. En dan mag je nog terugrijden naar Tilburg ook, zonder eten, richting… verjaardagsfeestje! Maar genoeg getreurd, dat matchpuntje kunnen we lijden. Mochten we de clash met medekoploper Goes op 17 december tot een goed einde brengen, dan ligt de weg naar promotie nog steeds wijd open.

Tot besluit de oplossing van het puzzeltje, uit Becx – Moens na 17… Kc8

Je zou kunnen denken aan 18. Thd1, maar mat gaat het niet na 18… Txe3  19.a4  a5 en wit staat slechts een fractie beter. Een betere optie is 18. Td3 waarna wit een kwaliteit wint met 19. Ld4. Maar dan kan zwart nog wel wat vechten.

Gelukkig was mijn geheime klap beslissender, het is verrassend genoeg aan de andere kant van het bord te doen: 18. Txh7! Zwart moet wel nemen en dan blijft de loper op f8 beslissend hangen, waarna wit een stuk voorblijft.

Een gedachte over “S. Landau Axel – De Stukkenjagers 2 4-4

  1. Leuke partij (hoewel niet leuk voor Martijn). Ik keek inderdaad ook meteen naar Txh7 maar vroeg me ook af of 18.Ld4 werkt. Na 18…Txf6 19. Lxf6 blijft de toren op h8 ook hangen. Ik heb geen engine bij de hand om dit te checken, maar het ziet er ook winnend uit.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.