Het zevende team van De Stukkenjagers speelde zich definitief veilig door in Etten-Leur het vijfde(!) matchpunt op te halen. De spannende match tegen Staunton 1 eindigde in een zeer verdienstelijk gelijkspel. Captain Jan van den Dries en zijn teamgenoten doen verslag.
We speelden in d’n Drempel in Etten-Leur, waar overigens de prijzen – € 1,00 voor koffie of cola en € 1,65 voor een flesje bier – nog erg laagdrempelig zijn! Een paar uur voor de wedstrijd kregen we helaas een afmelding van de grieperige Nico van Ham. Dat is een aderlating, maar gelukkig slaagde César erin een vervanger te regelen, in de persoon van debutant Matthijs Muis, zodat we toch met acht man konden verschijnen in Etten-Leur.
Omdat we Matthijs Muis niet helemaal met een onmogelijke opdracht wilden opzadelen als vervanger van Nico, schoven we Jeffrey door van bord 7 naar bord 2 en posteerden we Matthijs op 7.
Een rondje langs de velden, in volgorde van beëindiging van de partij!
Bord 2: Kasper Kuijpers – Jeffrey van Huijgevoort 1-0
‘Ik werd in de ochtend gebeld met de vraag of ik de schoenen van de zieke Nico van Ham wilde vullen op bord 2. Hier mocht ik het proberen tegen Kasper Kuijpers. In plaats van mijn gebruikelijke opening probeerde ik het met 1… b6. Achteraf had ik beter solide kunnen spelen tegen deze betere tegenstander. Het experiment eindigde in een mineur. Na een paardoffer én een loperoffer eindigde het in mat in twee.’
Bord 6: Cees van Gils – Leo van Gelder 0-1
‘Mijn opponent speelde met Wit het Blackmar-Diemer-gambiet en week al snel af van de bekende patronen. Na vijf zetten had hij een behoorlijke ontwikkelingsvoorsprong, maar daarvoor had ik compensatie in twee gewonnen pionnen op e4 en d4. Vervolgens ging hij stukkenruil uit de weg door ze in zijn aanval te betrekken. Maar na een viertal onnauwkeurige zetten was er van zijn ontwikkelingsvoorsprong niets meer over. Na de 18e zet had mijn opponent zijn beide pionnen heroverd, maar stond hij twee lichte stukken achter. Al bij al een makkelijke overwinning.’
Bord 7: Matthijs Muis – Eddy van Opdorp 0-1
‘Na zijn c5 was mijn f4 heel slecht. Dit gaf zwart een sterke aanval na dxe4, fxe5, Dh4+. Daarna was het snel afgelopen: zwart won al gauw een kwaliteit met een penning.’
Bord 8: Owen van Santen – Jan van den Dries 0,5-0,5
‘Eeuwig schaak, eeuwig zonde zou ik als motto aan mijn verslagje willen meegeven! Ik speelde met zwart Siciliaans tegen Owen van Santen. Na een rustige opening won ik op de 22e zet een pion en vlak daarna nog eentje. Na wat afruilen stonden er alleen nog zware stukken op het bord: beiden hadden we koning, twee torens en een dame en Owen vier en ik zes pionnen. Twee pionnen meer, dat zou genoeg moeten zijn toch. Nadat we een van de torens afgeruild hadden en later ook nog de overblijvende torens van het bord haalden, kon ik zelfs nog een pion winnen. Ik deed het rustig aan, want dit kon toch niet meer fout gaan, dacht ik. Ik had inderdaad moeten winnen, maar overzag in mijn overmoed dat de tegenstander mij eeuwig schaak kon geven! Jammer, maar dat is ook schaken! Vandaar eeuwig schaak, eeuwig zonde, want als ik gewonnen had, dan hadden we nog een wedstrijdpunt meer gehad! Maar goed dat het geen 4,5-3,5 voor Staunton werd, want dan had deze remise me meer pijn gedaan dan nu!’
Bord 4: Maikel Merkies – Frans Postmes 0-1
‘Van Frans heb ik geen verslag binnengekregen maar hij zal tevreden geweest zijn, want na zijn partij kwam hij zeer triomfantelijk naar mij toe en hief z’n wijsvinger omhoog en zei: “Puntje voor ons erbij”!’
Bord 3: Tom Manni – Wiek van Leeuwen 1-0
‘Zoals de meeste van mijn partijen begon ook deze partij vrij rustig. Pas bij zet 15 deed mijn tegenstander een zet waaruit ik een concreet voordeel wist te behalen.
Er volgde: 15. Df3 Ld3? 16. Tfe1 Le4 17. Pxe4 Txe4 18. De2 Te6 19. Db5… en nu dreig ik zowel d4-d5 als Dxb7. Dit voordeel heb ik de rest van de partij ook niet meer losgelaten.
Het ging voor mijn tegenstander van kwaad tot erger. Ondanks een momentje van onnodige spanning in het eindspel, waren mijn extra pionnen onmogelijk te stoppen. Pas toen er geen twijfel meer mogelijk was over het resultaat, gaf mijn tegenstander het op.’
Bord 1: Erwin Meeuwsen – Jan Hendrikx 0,5-0,5
‘Een terechte remise naar ik van Erwin en van zijn tegenstander begreep!’
Bord 5: Maciej Cios – Martijn Struijs 0-1
‘Martijn en ik speelden de Petrov’s Defense: Classical Attack, Marshall Variation (6… Ld6). De opening beviel me goed, en na 10. Dd3, nog steeds een theoretische zet, kwamen we in de volgende stelling terecht:
Hier speelde Martijn 10… Lc7?, waarmee hij zijn zwartveldige loper een tweede keer speelde om de dekking van zijn pion op d5 te versterken. Dit stelde mij in staat om een ontwikkelingsvoorsprong te krijgen als ik 11. cxd5 had gespeeld (+1.45, Stockfish 17, diepte 27). In plaats daarvan koos ik voor 11. Le3?, waardoor de stelling gelijk bleef. Na 11… b6? 12. Pc3 Lb7? (erg passief op dit moment) had ik echter een comfortabele stelling uit de opening (+2.08, diepte 33).
Een kleine tactische wending begon met 13. Lxe4 dxe4, wat een centrumpion won. Maar in plaats van het correcte 14. Lg5 Dd7 15. Pxe4 (+1.83, diepte 24) te spelen, koos ik voor 14. Pg5?, waarna 14… Dd6! 15. g3 (+0.34, diepte 21) mijn witte velden verzwakte en zwart meer ruimte en actief spel gaf. Martijn gaf me echter een nieuwe kans op een aanzienlijke voorsprong na 15… Pd7? (zie hieronder).
Ik voelde aan dat de stelling kritiek werd en overwoog 16. Lf4 (+2.36, diepte 31), maar realiseerde me niet dat na 16… Dg6 17. Lxc7 Dxg5, de zet 19. Pxe4 een geweldige actieve stelling voor mij zou hebben opgeleverd, waarbij zwart zijn loperpaar verloor en in een lastige positie terechtkwam. In plaats daarvan koos ik voor het voorzichtige 16. Pgxe4?? (+0.36, diepte 21), waarmee ik een pion veiligstelde maar veel minder initiatief en activiteit behield. 16… Dg6
Met 17. Pc5 wilde ik de loper op b7 elimineren, die op dat moment niet actief was, maar gevaarlijk kon worden als de diagonaal a8-h1 werd geopend. Na 17… bxc5 18. Dxb7 Tc8 19. Da6 Tb8 20. b3 Lb6? 21. dxc5? (+0.74, diepte 22; ik miste 21. Lf4! (+1.92, diepte 26), waarmee ik mijn d-pion gevaarlijk naar voren had kunnen duwen), 21… Pxc5 22. Lxc5 Lxc5 23. Da5 Df5 kwam zwart met een dreiging die ik niet juist behandelde.
Zwart dreigde Lxf2+. Ik vond de verdedigende zet 24. Te3!, maar na de ogenschijnlijk slimme 24… g6 (die de dame verdedigt en tegelijkertijd voorbereidt om een kwaliteit te winnen) raakte ik in paniek en speelde de fatale 25. Tae1??? (-1.91, diepte 31), waarmee ik de kwaliteit verloor. Dit bleek uiteindelijk de beslissende fout te zijn, ondanks mijn eerder veelbelovende stelling.
Had ik mijn kalmte bewaard, dan had ik de ongelooflijke zet 25. Pe4! (+1.43, diepte 26) kunnen vinden, waarmee zwart niet 25… Lxe3?? kan spelen vanwege 26. Pe7+, wat de dame wint. Elke andere zet dan 25… cxd5 zou mij in staat hebben gesteld de spanning te verminderen met 26. Dxc5 (+1.16, diepte 33), wat een zeer gunstige positie had opgeleverd.
Na 25. Tae1 Lxe3 26. Dxf5 gxf5 27. Txe3 (-1.70, diepte 34) kwam ik in een eindspel terecht waarin ik mij moest verdedigen.
Ondanks mijn betere pionnenstructuur en actievere stukken wist ik dat ik een lastige opgave had. Mijn strategie was om alle pionnen aan de damevleugel te ruilen en een vesting rond mijn koning op te bouwen. Na zet 52 bereikten we de volgende stelling:
Op dit moment (foto) waren alle andere partijen al afgelopen en stond de stand op 4-3 voor Stukkenjagers 7. Met remise zouden we de wedstrijd winnen. Veel ogen waren op mijn bord gericht, en net als de omstanders had ik het gevoel dat de stelling houdbaar moest zijn. Achteraf gezien was het echter al verloren (-3.75, diepte 39).
Zwart speelde 53… f4, en na 54. Pxf4 (g4 of gxf4 zou iets beter zijn geweest maar had de uitkomst niet veranderd), 54… Txf4 55. gxf4 Kxf4 was de partij feitelijk beslist. Het pionneneindspel is verloren. Na een paar extra zetten gaf ik op.
Het was een lange partij (bijna vier uur), spannend, maar uiteindelijk zeer teleurstellend vanwege het eindresultaat.
Rating
|
Rating
|
|||||
---|---|---|---|---|---|---|
Hendrikx, J.P.G. (Jan) | 1956 | Meeuwsen, E. (Erwin) | 1807 | ½ – ½ | ||
Kuijpers, K. (Kasper) | 1898 | Huijgevoort van, J. (Jeffrey) | 1659 | 1 – 0 | ||
Leeuwen van, L.J.W. (Wiek) | 1746 | Manni, T.C.M. (Tom) | 1787 | 0 – 1 | ||
Merkies, M.M. (Maikel) | 1806 | Postmes, F.M. (Frans) | 1753 | 0 – 1 | ||
Struijs, M. (Martijn) | 1777 | Cios, M. (Maciej) | 1673 | 1 – 0 | ||
Gils van, C.M.W. (Cees) | 1754 | Gelder van, L. (Leo) | 1703 | 0 – 1 | ||
Opdorp van, E. (Eddy) | 1632 | Muis, M.J.C. (Matthijs) | 1574 | 1 – 0 | ||
Santen van, O. (Owen) | 1507 | Dries van den, J.F.A.M. (Jan) | 1571 | ½ – ½ | ||
Gemiddelde Rating: | 1760 | Gemiddelde Rating: | 1691 | 4-4 |