Het derde is het zicht op de titel in 4H kwijtgeraakt, maar dat mag de pret niet drukken. Op naar de derde plaats! Captain Arjen van Amerongen bericht.
‘En vice versa’ slaat hier op het feit dat we tóch thuis speelden omdat Oisterwijk graag met beide teams te gast was in Cinecitta. En dat hebben ze geweten… het werd in totaal 12,5-3,5.
Sjo en Ruud mochten hun geluk beproeven in het tweede, maar Peter de Wit en Karel Storm toonden zich waardige vervangers.
Bord 1
In zijn partij tegen Stefan Hess kwam Johns favoriete Tarrasch-variant van het Frans op het bord met e5 na Pf6, gevolgd door f4. Zwart speelde Db6 en na cxd4 sloeg John met cxd4 terug in plaats van Pexd4 met een bekend klein positioneel voordeel. Zwart probeerde de dames te ruilen en om dat te vermijden koos John helaas een slecht veld voor zijn dame. Dat gaf zwart de gelegenheid om een kansrijk stukoffer te plegen tegen twee witte centrumpionnen. Na wat onnauwkeurigheden moest onze speler afwikkelen naar een ongunstig eindspel, waarin na spannende strijd de zwarte vrijpionnen niet meer te stoppen waren.
Bord 2
Ik speelde zelf met zwart op 2 tegen Rick van Loy een vrij matige partij. In het eindspel kon ik juist op tijd een tegen-initiatief ontwikkelen waarna ik een kwaliteit won:
(41. Lf8?) Ld2+ 42. Kd1 Pe3+ 43. Ke2 La5+ 44. Kxe3 Lxc7 en zwart won op zet 49.
Bord 3
Reinier verwoordde zijn overwinning als volgt: ‘Mijn tegenstander Roel Romanesco offerde op zet 12 een pion in ruil voor het loperpaar; toen ik nog eens twaalf zetten later een vergelijkbare ruil aanbood (loper tegen een paard en een bijna zekere pion), sloeg Roel dat stuk niet met de loper maar met zijn toren en offerde daarmee een kwaliteit. Volgens de computer stond ik vervolgens duidelijk beter en dat heb ik weten vast te houden in de nog eens ruim twaalf zetten die de partij daarna nog duurde.’
Bord 4
Hans’ pionneneindspel leek nog heel kansrijk maar volgens Stockfish zat er (toen) niet meer dan remise in.
Bord 5
Van Peters partij heb ik niet veel meegekregen, maar dat hij won is zeker. Prima invalbeurt dus!
Bord 6
Peggy kwam voor de verandering 😊 eens goed uit de opening, wikkelde af naar een beter eindspel en omzeilde de tactische klippen behendig.
Bord 7
Karel vergiste zich met wit in het middenspel (hij dacht een stuk te winnen) waarna nog hooguit een minuscuul voordeel resteerde. In dit eindspel vond hij een briljante truc! Onderstaande stelling is fictief, maar dit is wat ik me herinner van het motief:
Karel speelde 1. Tb8+ Kg7 2. h6+! Kxh6 3. Tg8!! 1-0. Er komt hoe dan ook een witte pion op g5.
Bord 8
Paul sloot de rij op bord 8 met, zoals gebruikelijk(!), een overwinning. Dit is wat hij er zelf over zegt:
‘Ik kreeg op het achtste bord een Koningsgambiet tegen. Bijna als vanzelf ging ik een variant in die ik totaal niet kende, al had ik wel degelijk een idee van mogelijke voortgangen en ideeën in de positie. Al vrij vroeg in de partij ging ik voor een pionnenruil waarvan ik had bedacht dat deze sterk zou zijn voor mij. Meteen nadat ik de e4 pion sloeg met een schijnoffer zag ik echter meteen dat wit doodleuk kan rokeren en dan daarna de pion terugwint. Mijn tegenstander dacht echter niet lang na en ging meteen voor een desperado op f7, wat wel de pion terugwint, maar zwart de betere stelling geeft. Zoals het verder ging, gaf ik wit nog wat kansen en moest de zwarte koning in het centrum blijven, maar had wit geen duidelijke dreigingen. Uiteindelijk bleef ik daarmee een pion voorstaan, en kwam het op een gegeven moment zo te staan:
Hier speelde wit het best interessante kwaliteitsoffer Txf5. De stelling is duidelijk slechter voor wit, maar na het offer moet toch een en ander worden doorgerekend en is het initiatief voor even weer bij wit. Echter na gxf5 Kf3 Kd7 Th1 kan zwart het toch simpel houden met het (correcte) kwaliteitsoffer Th8. Wel is het dan handig dat je de daaropvolgende stelling juist inschat, en daar zat hem de crux. De volgende stelling stond op het bord na b3 van wit:
Enerzijds wil je als zwart de witte toren geen vrijheid geven, met mogelijke schaakjes op de achterste rij (a8-h8). Anderzijds kan zwart niet echt progressie maken zonder zelf zijn toren te activeren. De juiste voortzetting is daarom Tg8. Na Txh5 Tg4+ Kf3 zijn er meerdere goede voorzettingen, maar voordat ik Tg8 speelde keek ik naar d4 in combinate met Kxe5. Dat laat echter Th8 met schaakjes toe, wat bijzonder lastig door te rekenen is. Gelukkig is a4 een stuk makkelijker, en na deze zet stort de witte stelling snel ineen. Wit gaf op nadat een zwarte pion via het veld a1 de pubertijd oversteeg en in een dame veranderde.’
De dag werd besloten met een traditioneel bezoek aan Agora, alwaar een delegatie uit SJ 2 – al terug uit Krimpen – al op ons wachtte.
SV Oisterwijk 1 De Stukkenjagers 3
Hess, F.J.W. (Stefan) 1921 – Greunsven, A.A.J.M. (John) 2004 1 – 0
Loy van, H.G.M. (Rick) 1865 – Amerongen van, A.J.M. (Arjen) 1935 0 – 1
Romanesco, R. (Roel) 1853 – Jaquet, R.W. (Reinier) 1890 0 – 1
Steeksma, R. (Ron) 1805 – Iersel van, J.A.M. (Hans) 1920 ½ – ½
Gestel van, S. (Sjef) 1729 – Wit de, P.J.M. (Peter) 0 0 – 1
Zon van, R.C.M. (Richard) 1675 – Amerongen-Jansen van, M.J.C. (Peggy) 1872 0 – 1
Griethuijsen van, H. (Henk) 1675 – Storm, K. (Karel) 1916 0 – 1
Dorp van, T. (Teun) 1637 – Castermans, P.J.M. (Paul) 1844 0 – 1