Het zevende zorgde afgelopen zaterdag misschien wel voor een unicum in de SJ-historie. Of herinnert iemand zich al een eerdere 0-8? En tóch… we gaan niet beweren dat de uitslag ook andersom had kunnen zijn, maar als je onderstaand verslag van teamleider Jan van den Dries én dat van de tegenstanders leest, krijg je het idee dat er méér had ingezeten voor onze jongens…
Buiten was het nat, koud en guur, dus heerlijk om binnen in de warmte een lekker potje te schaken, zou je zeggen op die zaterdagmiddag de 23e november. Het was al, vooral dankzij de niet aflatende wervingskracht van César, een klein wonder dat we met acht schakers konden aantreden, want met Tom Manni, Nico van Ham en Ákos Indig misten we drie basisspelers van ons team. Leo van Gelder had in eerste instantie ook afgemeld in verband met zijn aspiraties om wereldkampioen dammen te worden, maar uiteindelijk koos hij er toch maar voor om ons te vergezellen naar Made. Twee invallers, Ömer Erkul en Jur Gaj, zorgden er ten slotte voor dat we compleet begonnen aan de wedstrijd.
Vorig jaar hadden we na een spannende pot in Made met 4,5–3,5 verloren, dus we hadden er zin in en achtten ons verre van kansloos. Dat het zo’n deceptie zou worden zagen we echt niet aankomen. Ik was zelf de eerste die de koning moest omleggen. Dat was na ruim tweeënhalf uur spelen en op de andere borden kon het eigenlijk allemaal nog alle kanten op.
Bord 8: Johan Lips – Jan van den Dries 1-0
‘Nadat Johan met 1. f4 had geopend, ontstond er een Bird-opening waarin het lange tijd gelijk bleef. Er gingen vrij snel wat stukken van het bord en het bleef een overzichtelijke partij, totdat er uiteindelijk bij de tegenstander een koning, een paard en zes pionnen overbleven en bij mij een koning, een loper en eveneens zes pionnen. Aanvankelijk leek het op remise af te gaan in dit eindspel, maar uiteindelijk bleek het paard van de tegenstander veel beweeglijker dan mijn half opgesloten loper en op de 60e zet moest ik de vlag strijken.’
Bord 6: Peter Francois jr. – Jeffrey van Huijgevoort 1-0
‘Mijn tegenstander begon met d4 en via 1 … b6 werd het een Hollandse verdediging tegen het Londen-systeem. Gedurende het middenspel kwam ik twee pionnen voor te staan en hierdoor ging ik wellicht te veel ontspannen spelen. Met als gevolg dat mijn tegenstander twee torens op de zevende rij plantte. Hierdoor kwam ik passief te staan en wist mijn tegenstander een vrijpion te creëren. Dit was funest en ik kwam daardoor een stuk achter en kon enkele zetten later niets anders dan opgeven.’
Bord 3: Leo van Gelder – Marc Govers 0-1
‘Het was de tweede keer dat ik in Made met wit tegen Marc Govers speelde. In deze spannende partij ontwikkelde ik de partij naar een winnende positie want ik won zijn paard op de 29e zet. Maar helaas staken het César Becx-syndroom en het Toon Stuart-syndroom de kop op! Volgens César moet ik voor elke zet op mijn handen gaan zitten en volgens Toon veel meer tijd ervoor nemen. Twee zetten later speelde ik impulsief Te1, waardoor Pf4 mijn andere toren opat, zomaar geheel gratis en voor niets! Beide collega-schakers hebben toch weer gelijk gekregen. In het eindspel koning, toren, loper en drie pionnen versus koning, twee torens en drie pionnen waren er nog kleine remisekansjes, maar uiteindelijk verloor ik op de 61e zet mijn laatste pion, terwijl mijn tegenstander een loper en een pion had.’
Bord 7: Maciej Cios – René Gosens 0-1
‘Ik hoopte op een goed resultaat tegen mijn tegenstander die een rating van 1707 had. We begonnen met de Moskou-variant van het Siciliaans, waarbij we onze lichtveldige lopers al op zet 4 ruilden. Na de eerste 12 zetten had ik een licht positioneel voordeel en het initiatief. Een paar zetten later in het middenspel had ik door een paar onnauwkeurigheden van mijn kant niets meer om te laten zien. We ruilden meer materiaal en de partij ging over in een toren-en-paard eindspel met een volledig gelijke stelling.
Na behoorlijk wat manoeuvreren met onze torens en paarden aan beide kanten slaagde mijn tegenstander erin een klein voordeel te krijgen en het initiatief over te nemen, dat hij wist vast te houden tot het eind van de partij. De stelling bleef echter lange tijd nagenoeg gelijk. Ik zag geen kans meer op winst en besloot, mede gezien mijn tijdvoordeel van ongeveer een halfuur, twee keer binnen vier zetten remise aan te bieden. Mijn tegenstander besloot door te spelen en probeerde meer te bereiken. Later verloor ik een pion en kwam onder druk te staan maar theoretisch bleef het remise tot het moment dat ik besloot de overgebleven torens te ruilen. Toen belandde ik in een inferieur eindspel van koning tegen koning en d-pion. Dat bleek verloren te zijn! Als ik de torens op het bord had gehouden, en nauwkeurig had gespeeld, dan had het nog remise kunnen blijven.
Hoe dan ook: na 69 zetten en meer dan drie uur spelen gaf ik op. Uiteindelijk was het toch een interessante partij.’
Bord 5: Frans Postmes – Klaus Pfaffenhöfer 0-1
Frans kwam aan mij (JvdD) vragen of hij remise mocht aanbieden, maar het stond toen nog 0-0, dus ik vond dat wat vroeg en de stelling zag er ook niet naar uit dat Frans nog zou verliezen. Uiteindelijk deed hij dat wel, doordat hij zijn paard kwijtraakte op het eind. Had ik maar ja gezegd, dan was de nederlaag met 7,5 – 0,5 iets milder geweest, maar da’s een koe in de kont kijken!
Bord 1: Erwin Meeuwsen – William van den Bosch 0-1
‘De stelling na 37 zetten met wit aan zet en niet veel tijd meer op de klok. Eerste ingeving was Txc8; of is er op f2 een dreiging? Geen zet doen en door je vlag gaan is helaas zeker niet goed!
Na de eerste ingeving had het als volgt kunnen gaan: 1. Txc8 Pxc8 2. d6+ Kg7 3. De8 Tf8 4. d7 Dc7 5. dxc8D Dxc8 6. De7+ Kh8 7. De5+ Kh7 8. De7+ Kh8 9. Lc2 Dxc2 10. Dxf8+ Kh7 11. De7+ Kh8 12. De5+ Kg8 13. gxf4
Bord 4: René Stadhouders – Ömer Erkul 1-0
De partij van Ömer ging gelijk op, tot het einde van het middenspel. Door Ömers dame op te jagen won wit een pion. Die won Ömer knap terug. Er ontstond een toreneindspel, waarbij Ömer helaas de torens ruilde. Toen had wit een beslissende vrijpion.
Bord 2: Jasper Willemsen – Jur Gaj 1-0
‘Ik had zwart tegen de Engelse opening. Ik speelde een verkeerde variant, waardoor ik was genoodzaakt een pion te offeren voor activiteit. Nadat ik deze pion weggaf, kwamen we in een gecompliceerde strijd terecht waar hij na bijna vierenhalf uur met zijn extra pion beter uitkwam. Het was een leerzame partij en de clubmensen uit Made waren gezellig. Ondanks het resultaat was het een leuke match!’