In het Hemelvaartsweekend eindigden Herman Grooten en Tommy Grooten ‘gebroederlijk’ op 5 uit 7 in het Groninger Combinatie Weekendtoernooi. Eerstgenoemde schroomt niet om te vertellen over het verschil in beleving van de prijzenregen die daarop losbarstte.
In het weekendtoernooi in het Jannes van der Wal Denksportcentrum haalden Tommy en ik evenveel punten. Toch liepen onze ervaringen nogal uiteen. Terwijl Tommy weer behoorlijke progressie boekte, was het voor mij toch weer een beproeving. Laten we daar maar mee beginnen.
In de twee partijen die ik verloor (tegen op papier zwakkere tegenstanders) merkte ik dat er in mijn hersenen soms een soort kortsluiting ontstaat waartegen ik nauwelijks kan vechten. Wat er aan de hand is soms kan ik het beste laten zien aan de hand van onderstaande diagramstelling uit de tweede ronde.
Robert Leenes – Herman Grooten
In deze stelling (na een idiote opening ontstaan uit de Richter Veresov-variant waar ik na zet 4 al out-of-book was) heb ik zojuist 11…dxc3 gespeeld. We hadden allebei al zeeën van tijd verbruikt voor de eerste 11 zetten.
Hij speelde 12. exf7+ waarna ik eigenlijk automatisch met de koning wilde terugnemen, omdat ik deze variant had berekend. Ik had al eerder gezien dat ik op na 12… Kxf7 op 13.Db3+ het tegenschaak 13…De6+ kon spelen met een prima eindspel na 14. bxc3 La5. Maar net toen ik de zet 12…Kxf7 wilde uitvoeren, schrok ik me lam, want wat moest ik eigenlijk doen na 13.Db3+ De6 14.Lc4!! met damewinst. Het kostte me 20 minuten (van mijn al schaarse tijd) om tot de ontdekking te komen dat Lc4 helemaal niet mag!! Hij staat namelijk schaak, pffff… Die weggegooide 20 minuten kwam ik eigenlijk niet meer te boven, want in de loop van de partij speelde ik diverse rotzetten waardoor de evaluatie van 0.00 tot +3.00 of zoiets en weer terug naar 0.00 en opnieuw dik de plus in voor wit, waardoor ik de remise nog vele malen verkwanselde. Het blijft lastig vechten tegen die brainfog zoals het genoemd wordt. Gelukkig heb ik nog een paar goede partijen met niet al te veel fouten kunnen afleveren.
Hieronder twee aardige quizvragen, de antwoorden vind je onderaan het artikel.
Herman Grooten – Evan de Wit
Zwart heeft zojuist de blunder 26…Tc8-c2?? gemaakt. Hoe wint wit?
Herman Grooten – Jeroen van den Berg (overigens niet de directeur van Tata Steel)
Ik besloot hier om mijn mooie loper voor het paard te geven met 30. Lxd4 cxd4. Maar waarom?
Tommy deed het erg goed, had in ronde 3 zeker niet hoeven te verliezen van FM Joost Wempe, maar ging in het eindspel ergens de fout in en drukte toen ook nog de klok niet goed in, waardoor hij door zijn vlag ging.
Het slot van zijn partij tegen een jeugdige Oekraïense speler in de slotronde was uitstekend. Het was een gesloten stelling, maar hij had de kansen, alleen doemde er soms een vesting voor wit op. Op een gegeven moment had de tegenstander iets van 5 à 6 minuten en Tommy zat onder de 2 minuten (met telkens 30 seconden increment, maar ook blijven noteren!).
Arkadii Kliashtornyi – Tommy Grooten
In deze stelling bijvoorbeeld speelde wit 43.Te4 en dan heeft 43…Lg6 geen zin omdat je na het nemen van de toren en Kxe4 nooit meer verder kunt komen.
Offers van de loper op g4 worden vrijwel altijd beantwoord met Tg2. Kortom: hoe kom je erdoor met zo weinig tijd…? Tommy bleef opmerkelijk cool, speelde wat heen en weer met schijndreigingen (zoals Tb8, net alsof er dan …Lxa4 dreigt 😉), maar zat ook af en toe onder de 30 seconden…
Het gekke is dat Stockfish steevast op -5 of zo staat, maar de zetten die hij genereert lijken nergens op.
Uiteindelijk wist hij de tegenstander (met engelengeduld) uit positie te spelen kwam hij in bovenstaande stelling met de beslissende doorbraak 56…e4! waarna de winst een kwestie van (nog meer) techniek was.
Als de elo-berekeningen kloppen staat Tommy nu virtueel op 2160, hij wil in Maastricht de magische grens van 2200 passeren. We gaan het zien!
Mijn eigen rating gaat nog steeds omlaag, zolang ik tegen die 2000-spelers zulke grote blunders blijf maken en ook de remise-afslagen niet bewandel…
Tommy won overigens maar liefst drie prijzen: 70 euro voor de gedeelde derde plek, de jeugdprijs én de ratingprijs. Blijkbaar was het cumulatief…
Voor mij gold hetzelfde: ook die 70 euro plus (jawel!) de seniorenprijs waarvan ik nog niet weet hoe groot die is. Ik hou de bankrekening in de gaten…
De afmakers in de quizdiagrammen:
Stelling 1 – 27.Lh3! en opgegeven.
Stelling 2 – 31. Th8+! en ook meteen opgegeven. Zwart loopt mat.