Het derde team incasseerde zijn eerste verliespunt van het seizoen, maar houdt de kans op het kampioenschap in eigen hand. Teamcaptain Ruud Feelders doet verslag.
ESV 2 stond voor de wedstrijd weliswaar net boven de middenmoot, maar dit team is pas recent afgehaakt in de wedloop om de titel. Ook qua ratinggemiddelde doet dit team niet veel onder ten opzichte van wat wij op de borden brengen. Alle ingrediënten voor een spannende middag, en dat werd het!
Wij lopen de borden deze keer van 1 tot en met 8 af. Arjen, wederom op bord 1, tegen Hans van den Hurk die voor de wedstrijd al de nodige brokken maakte. Arjen doet verslag: ‘Mijn onfortuinlijke tegenstander kampte met parkeerproblemen en schade aan zijn auto en kwam uiteindelijk 20 minuten te laat aan in de speelzaal. Vervolgens speelde hij een handvol zetten a tempo om daarna alsnog in de denktank te gaan. Op zet 22 had hij nog maar 2 minuten over. Mijn zetten werden (daarom) steeds opportunistischer met als gevolg dat hij op zet 30 een belangrijke pion weggaf. Van schrik liet hij ook nog eens zijn vlag vallen. Soms heb je van die dagen….
César kon weer eens meedoen omdat het tweede een ronde vrij had. Hij speelde een ingewikkelde partij met een verrassende overgang van het middenspel naar het eindspel. César aan het woord:
César Becx – Jacob Perrenet
‘Dit lijkt een heel mooie stelling voor wit, maar onderschat het zwarte tegenspel niet. In deze stelling zou 20. Tc1 het voordeel(tje) vasthouden, maar ik deed 20. c5. Ik had echter in mijn tijdnood het zwarte antwoord totaal overzien: 20… Txc5. ‘Wanhoop’, noemde Jacob het na afloop, maar het is gewoon de beste én nivellerende zet: daar gaat mijn pionnenfrontje! Gelukkig pakt de kaalslag nog niet zo slecht uit voor mij… 21. dxc5 Pxc5 22. Db5 Dxb7 23. Dxb7 Pxb7 24. Lxf6 gxf6
Zo, dat ruimt lekker op. Bonus is bovendien dat er een mooie C op het bord is verschenen. Na 25. Ph4 had ik nog een klein voordeeltje. Er volgde 25… Kg7 26. Pxf5 Kg6 27. Pe7 Kg7 30. Pf5 (even wat tijd winnen) Kg6. Nu zou ik volgens de engine met 29. Ph4 het voordeeltje kunnen vasthouden, maar ik speelde 29. g4 h5 30. h3 hxg4 31. hxg4 en nu volgde 32… Pc5 33. Td1 Te8 en speelde ik 34. Kf2, in de hoop op mat met Th1-Th6.
Helaas speelde zwart nu de zet die ik vreesde: 34… Te4? Met een vraagteken inderdaad, want hoognodig was 34…Th8 waarna wit niet verder komt. Ik baalde nu omdat ik na 35. Kf3 Kh7 36. Th1 (op 36. Td5 volgt Tc4) 36… Kg8 (zie diagramstelling)
geen 37. Tc1 heb, omdat zwart zich dan redt met het trucje 37… Txf4 38. Kxf4 Pd3 en Pxc1.
Ik zag echter zo gauw geen alternatief en deed in de diagramstelling dus toch maar 37. Tc1, om na 37… Txf4 dan maar 38. Kg3 te proberen. Helaas heeft zwart dan 38… Pe6, waarna ik met remise akkoord ging. Maar: welke winnende clou heb ik in de diagramstelling gemist?’ (de oplossing komt morgen!)
Op het derde bord onze solide John, stond na de opening toch wel erg gedrukt, maar een remiseaanbod van Rudi Serton volstond om het gewenste halfje te ontvangen. Zo had het kunnen gaan, echter John dacht dat gezien de stand bij bijvoorbeeld Marleen dat het niet nodig was om de teamleider te consulteren en speelde daarom door. Hoe weet ik niet meer, maar John leverde onder de druk twee belangrijke pionnen in en later nog een stuk, en toch wist hij in het laatste uur nog bijna de remisehaven te bereiken. Op één tempo was het echter verloren.
Reinier had een rustige middag. Hij vertelt: ‘Met wit aan bord 4 speelde ik tegen Frits Schalij een Siciliaanse Moskouer; de witspeler krijgt vaak iets meer ruimte en een prettige opstelling van de stukken, maar zwarts stukken staan allemaal eveneens oké en het is niet evident hoe je met wit vorderingen kunt maken. Ik probeerde dat via een rooklift Td1 – d3 – g3/h3, maar zwart speelde actief tegen op de damevleugel en een aanval op de zwarte koning zou altijd ten koste moeten gaan van materiaal. Dat durfde ik niet aan, en dus ging ik in de verdediging. Zwart kon een grote stukkenruil forceren, met bezit van de enige open lijn, de c-lijn. Maar wat eerder voor mij gold, was nu zijn probleem: een iets betere stelling, maar verder komen dan dat zat er niet direct in. Dit gegeven, in combinatie met een lichte tijdsdruk, deed hem besluiten remise aan te bieden. Ik had geen reden om dit te weigeren, wat ik na kort overleg met de TL dan ook niet deed.’
Marleen had er weer eens zin in en veroorzaakte choas op het bord, maar ook in het hoofd van haar tegenstander. ‘Op het 5e bord speelde ik met zwart tegen Hans Ouwersloot. Hij speelde een vleugelgambiet en dat kende hij duidelijk beter dan ik. In de opening had ik over de eerste 7 zetten al een uur nagedacht…. Toen heb ik mij paard geofferd op f2 voor veel ruimte en een actiever spel. Ik realiseerde me dat de tijd ook een probleem ging worden en ging ervan uit dat een gambietspeler het waarschijnlijk niet fijn vindt om actief spel tegen zich te krijgen. En dat leek prima te werken. Fritz geeft de hele tijd een voordeel voor wit aan, maar hij dacht lang na en speelde het te passief. Hij speelde op behoud van het loperpaar, terwijl hij beter één loper tegen een actief paard van mij kon ruilen.
Op de 29e zet speelt hij Kf2. Hij heeft inmiddels even lang als ik nagedacht, we hebben allebei minder dan 8 minuten op de klok.
Hans Ouwersloot – Marleen van Amerongen
Zwart had al een klein plusje, maar na mijn 29 … – Pc5 staat zwart echt beter.
Slechts vijf zetten is het klaar. Ik zal jullie een mooi mat niet onthouden, alhoewel dat niet op het bord kwam.