De Stukkenjagers 6 – De Drie Torens 4 2-6

Van plaatsvervangend teamleider Jan Weijters ontvingen we een verslag van de tweede derby in successie die SJ 6 uitvocht.

Met de nederlaag tegen de De Oude Toren 1 nog vers in het geheugen, waren we niet van plan om nog eens zo’n debacle te laten plaatsvinden. In de aanloop naar de speeldag werd duidelijk dat we het zonder drie vaste krachten moesten stellen. Maar door de vindingrijkheid van César en de filantropische instelling van Wil kwamen we tot een zeer acceptabele opstelling. Toch moesten we het afleggen tegen een sterkere tegenstander.
Carlo was tegen de verwachting in de eerste die al snel omviel. Nu was zijn tegenstander wel ruim 400 punten zwaarder, maar meestal behoort Carlo tot de laatste strijders. Bert volgde niet veel later, totaal ontgoocheld omdat hij kansen had laten liggen. Met direct al een niet mis te verstane achterstand, bood mijn tegenstander remise aan, wat door mij werd geaccepteerd. Paul verloor ondanks zijn geconcentreerde aanpak waarvoor hij een compliment verdient. Voor Hans zat er niet meer dan remise in, maar voor dit team telt elk halfje. Cees deed al vroeg een remiseaanbod, maar zijn opponent had andere plannen. Met zijn bekende taaiheid richtte Cees zich op de partij en was onverbiddelijk toen de gelegenheid zich voordeed, een fraaie overwinning aldus. Jan hield het relatief nog lang vol, maar gaf op in een voor hem hopeloze stelling. De laatste die zich met hand en tand verzette tegen een nul was Elroy. Met een kwaliteit achter gooide hij alles in de strijd, maar de tegenpartij gaf geen krimp. Laten we lezen wat de teamleden er zelf van vonden.

1. Rowan Nap – Carlo Butalid 1-0
“Mijn partij was een ware nachtmerrie. Het was een Petrov-opening; een verdediging die ik zo vaak heb gebruikt. Dan deed hij iets wat ik in die variant nog nooit ben tegengekomen: hij liet zijn e-pion onbeschermd en rokeerde. Ik hapte toe. Opeens kwam zijn dame op d5 ‚Äì met aanval op mijn paard en matdreiging tegelijk. Ik moest de matdreiging pareren ten koste van mijn paard. Een paard achter, ik kan nog door, dacht ik. Maar hij ging aanvallen op mijn koningsvleugel. Ik dacht dat ik zijn aanval goed had gepareerd. Maar‚Ķ zijn dame kon naar de achterste rij (c8) en schaakmat! Na twaalf zetten was ik uitgeschakeld. De rest van de middag heb ik maar benut door de partijen van mijn teamgenoten te volgen.”

2. Jan Weijters – Ernest van Moorsel 0,5-0,5
“Door omstandigheden had ik mezelf aan het tweede bord gezet en kwam ik oog in oog met een oude bekende. In de Slavische variant van het geweigerd Damegambiet bleef de stelling in evenwicht. Reden voor Ernest om, met het oog op de comfortabele voorsprong, remise aan te bieden. Na de stelling nog eens goed bestudeerd te hebben – ik zou risico‚Äôs moeten gaan nemen om de partij naar winst om te buigen – nam ik de puntendeling aan. Ook vanwege de ontwikkeling op de andere borden en met de vorige nederlaag nog in het geheugen moest ik het verstand boven het gevoel laten prevaleren. Ik had deze competitie al te vaak remisestellingen r√ºcksichtlos aangepakt zonder positief resultaat. Ik was deze keer tevreden met de uitkomst tegen een op papier veel sterkere tegenstander.”

3. Cemil Kaya – Cees Zoontjens 0-1
“Uitgeleend door SJ 7 vond ik mijzelf terug op bord drie bij SJ 6. Spelen voor SJ 6 of 7, wat maakt het uit. We zijn een grote familie en we voelen ons welkom bij elkaar. Het Russisch Paardspel kwam op het bord: 1. e4 e5 2. Pf3 Pf6 3. Pxe5 d6 4. Pf3 Pxe4 5. De2. Een beetje saai, maar weinig kans op duidelijk voordeel voor wit. In onze partij werden de zware stukken heel snel geruild. Het eindspel L + P met pionnen aan weerszijden leek regelrecht op remise uit te draaien. Maar ik had een vriendelijke tegenstander die de remise ontweek. Op de 36e zet won ik een pion en toen kon ik de partij rustig uitschuiven naar het volle punt. Wel hoopte mijn tegenstander nog op een patsituatie, maar dat vond ik niet zo aantrekkelijk: 0-1 derhalve.”

4. Elroy Kerstens – Alex Olree 0-1
“Ik mocht tegen een jongen genaamd Alex, van veertien jaar. Hij speelde het Budapester-gambiet, dat ik goed heb bestudeerd nadat ik tegen Lex Karstens remise wist te houden in dezelfde opening. Ik kwam vrij snel een pion voor, een vrijpion zelfs. Echter, door een strategische misser werden zijn stukken te actief en kon ik niet meer rokeren. Geen paniek, want de stelling was nog niet verloren, al was de winst wel minder duidelijk. Een tweede blunder volgde: loper kwijt. Die had ik toch wel moeten zien. Nog tevergeefs wat stukken rondgeschoven, maar de tegenstander gaf zijn voorsprong niet meer weg.”

5. Peter Paul van der Schoot – Jan Bergsma 1-0
“Vol goede moed begon ik aan mijn partij aan bord 5 tegen Peter Paul. Die vertelde mij meteen dat De Drie Torens 4 voor een tactische opstelling had gekozen en zijn zoon naast hem aan bord 6 had geplaatst terwijl hij altijd van zijn zoon verloor. Dus mijn optimisme over de afloop nam verder toe. En ik leek aanvankelijk niet bedrogen uit te komen: na een wat bloedeloze opening ontstond er in het middenspel toch een voor mij veelbelovende stelling. Toen ik zag dat mijn tegenstander eigenlijk meer aandacht leek te hebben voor de partij van zijn zoon naast zich dan voor de strijd tegen mij, trapte ik in de voor mij bekende valkuil dat het nog slechts een kwestie van tijd zou zijn voordat ik de partij met winst zou kunnen afsluiten. Een gebrek aan concentratie leidde er toe dat ik binnen de kortste keren mijn stelling liet ondermijnen en twee pionnen achter kwam te staan. Na een gedwongen stukkenruil leverde dat een kansloos pionneneindspel op. Ik hield maar snel de eer aan mezelf en gaf het op. Wel balen.”

6. Paul Vermee – Mark van der Schoot 0-1
“Weinig opwindende partij. Wat moet ik er over zeggen? Zoals altijd opende ik met f4 en ik moet zeggen dat ik me de hele partij behoorlijk sterk vond staan. Het ging goed en ik had steeds het initiatief om druk te zetten. Kortom, ik voelde me heer en meester op het bord gedurende de eerste 32 zetten. Maar toen‚Ķ oeps, een kleine misrekening met grote gevolgen. Niet direct, maar na twee zetten ontstond er een onvermijdelijke paardvork met schaak, waardoor ik een geliefde loper verloor. En zo gaat het zo dikwijls de laatste tijd in de externe partijen. Kleine troost is dat ik niet de enige ben in ons team. Met andere woorden: het wordt weer eens tijd dat we allemaal gaan winnen in plaats van verliezen! Volgende keer nieuwe kansen‚Ķ”

7. Donald Bötticher РHans Groffen 0,5-0,5
“Tegen De Drie Torens trof ik de jongste tegenstander tot nu toe. En hij begon goed aan de partij, iets wat ik van mezelf niet kan zeggen! Ik begon zelfs slecht, dat nam ik mezelf ook kwalijk. Dat neemt niet weg dat Donald wel goed speelde, ik kon wel standhouden en iets verderop terug in de partij komen. We waren weer gelijkwaardig, hoewel we beiden moesten opletten. Remise zat er in, maar ook verlies! We zijn dan ook remise overeengekomen. Deze jongeman gaat nog beter worden.”

8. Bert Wels РRoderick Bötticher 0-1
“Slechtste partij ever van mijn kant. Stond drie gezonde pionnen voor, maar werd door overmoed bevangen en leverde de voorsprong in om uiteindelijk tegen promotie aan te lopen: gedaan!! Verder geen commentaar.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.