De Stukkenjagers 6: feestmaal voor voorproevers (update)

Het verslag van de Goirlenaren vind je hier, ons eigenste verslag van bord tot bord staat hieronder.
Na twee nipte nederlagen liet SJ 6 deze keer zijn tanden zien. Het team fungeert dit seizoen als voorproever voor SJ 7: steeds worden de nieren geproefd van de volgende tegenstander van het ‘kleinere broertje’. Tegen het veel hoger gerate EGS 2 werd met 5-3 gewonnen dankzij zeges van Andries Deli√´n (1), Jan Weijters (3), Jan Bergsma (5), Rene Davidse (6) en Paul Vermee (8), Daar tegenover stonden maar drie verliespartijen, van Ton Tepe (2), Jan van den Dries (4) en Hans Groffen (7). De tanden kwamen ook na afloop goed van pas: eerst werden ze bloot gelachen, daarna konden ze gezet worden in een feestmaal bij Cinecitta.
Het team maakte een collectief verslag, je zou het gerust een e-book kunnen noemen. De inleiding is van co-captain Jan Weijters, daarna komen de spelers zelf aan het woord over hun partij:

Onze derde competitiewedstrijd begon met de wetenschap dat we twee keer eerder op knullige wijze nipt hadden verloren. Als je verliest moet je je hand in eigen boezem steken, om dat in andermans boezem te doen is tegenwoordig niet erg aan te bevelen. Nu hebben de Jantjes (Jan van den Dries en Jan Weijters) de handen ineen geslagen en erop gehamerd dat we als team moeten opereren. Dat houdt bijvoorbeeld in dat je even overlegt met de teamcaptain of je een remise moet aannemen of naast je neer moet leggen. En dan kan ik niet anders dan ieder van ons complimenteren met diens gedisciplineerde houding, hetgeen tot onze eerste overwinning heeft geleid.
Dat een koude novemberdag zo zonnig zou eindigen had ik ‘s morgens niet kunnen bevroeden. Het begon al slecht met alweer een uitgevallen treintraject, waardoor ik wel op tijd maar toch later dan gehoopt bij Cinecitta aankwam. De herinnering aan de tijd dat de NS nog de Neederlandsche Spoorweegen waren doet de tranen opwellen in onze ogen, inmiddels gaat het bedrijf door voor een stel nationale sukkels of een nationale stroppendienst.
Toen de Jantjes ‘s avonds weer terugliepen naar het station overheerste een goed gevoel omdat de teamgeest sterk genoeg was om een op papier sterkere tegenstander te hebben verslagen. Maar we speelden op 64 velden en niet op papier! Onze creaties worden wel op papier vastgelegd, het echte werk vindt plaats op de borden. Iets minder was het gegeven dat Willem ll op dat moment in Venlo met 3-2 achterstond maar nog voor de trein vertrok appte Jan 3-3 door. Later op de avond werd onze club tot de Houdini’s van de eredivisie bestempeld.
Door enkele afmeldingen moest er driftig van onder naar boven worden doorgeschoven. Dat betekende dat ons team een gewijzigde opstelling kende.
Ieder van ons was op tijd aanwezig en dat geeft rust aan de captain maar ook aan het hele team. In redelijke kalmte nam de wedstrijd een aanvang, waarbij de stilte telkens werd doorbroken door de stemmen van Pieter Couwenberg en onze captain Jan van den Dries, die hardop de zetten moesten benoemen in verband met Pieters visuele handicap. Ik sloot me af voor deze geluiden, net als voor het geneurie van mijn tegenstander. Ik bleef stoïcijns tot de laatste zet en dat was tevens de laatste zet van de totale wedstrijd.
Het verloop van de match was een teamprestatie. Hans Groffen kwam aan de Jantjes vragen of hij in een mindere stelling remise mocht aanbieden. Na overleg werd besloten om dit verzoek te honoreren omdat Hans inderdaad met een beroerde stelling zat. Zijn tegenstander nam het aanbod echter niet aan en tenslotte moest Hans nadat hij alles in de strijd had gegooid na enige tijd capituleren. Jan Bergsma die altijd straalt van oor tot oor heeft de opgaande lijn te pakken. Na twee goedgespeelde maar helaas verloren partijen wees hij ditmaal zijn ons niet onbekende tegenstander gedecideerd terug. Ton Tepe kon helaas de prestatie van zijn Bredase vriend niet herhalen, hoewel hij er niet slecht voor stond. Op het eind ging het ergens mis. Paul Vermee, onze gastheer, was deze keer tegen een jeugdspeler iets geduldiger dan normaal en hij maakte de partij mooi af. Toen stond het weer gelijk net als bij die voetbalclub uit Tilburg. Intussen had Andries Deliëns tegenstander remise aangeboden, maar omdat over veel partijen onduidelijkheid bestond en er op Andries’ bord nog heel veel stukken rondwaarden, moest hij van ons voor straf doorspelen. En dat loonde! Eerst haalde invaller René Davidse het punt binnen en niet veel later Andries himself. Twee knappe prestaties! Toen bleven de twee Jantjes over. Jan van den Dries bleef in een situatie waarin het moeilijk concentreren was de partij zo lang mogelijk rekken om uit de inmiddels opgebouwde voorsprong zoveel mogelijk psychologisch voordeel te halen. Hij capituleerde pas toen duidelijk werd dat het laatste Jantje niet meer kon verliezen. Captain Jan zei dat ik remise mocht aanbieden, dan zouden we winnen. Vooraf had ik daar na de vorige zeperd in Roosendaal voor getekend, nu was het mijn eer te na en ik wilde mijn contributiegeld er volledig uithalen. Hieronder de verslagen waarin je de echte waarheid kunt lezen.

Andries Deliën РBram van den Vrande 1-0
Andries lukte het om het remisegevoel uit te bannen en uit een duizelingwekkende stelling het volle pond te halen waardoor wij op een belangrijke psychologische voorsprong kwamen. Een goede prestatie tegen een geduchte tegenstander.
Ton Tepe – Jasper Kools 0-1
Mijn opening zag er niet zo frisjes uit, maar daarna kwam de boel toch min of meer in evenwicht. De dames waren er al snel af en eigenlijk konden we ook wel met de helft van het bord toe. Na een zet of 30 had ik Рvoor mijn gevoel Рeen stevige vrijpion met potentie op de e-lijn. Altijd gevaarlijk zo’n vrijpion, niet alleen voor mijn tegenstander, maar vooral voor mijzelf. Hubris ligt op de loer: 0-1.
Jan Weijters – Maarten de Wit 1-0
Mijn tegenstander werd door César aangewezen als ‘wedstrijdleider’ van de bovenzaal. Hij moest al na enige zetten een klok controleren die niet goed stond ingesteld. Dat nam enige tijd in beslag. Ik weet niet of dit hem uit de concentratie heeft gehaald. Zelf was ik erop gebrand om het volle punt in de wacht te slepen na de veegpartij in Roosendaal. Saillant detail: mijn tegenstander van die partij kwam even kijken of ik weer dezelfde opening speelde. Hij glimlachte toen hij zag dat het zo was en ik voegde hem toe dat ik mijn principes niet verloochen en keerde vol zelfvertrouwen terug naar het bord. Van die partij uit Roosendaal heb ik veel geleerd!
Maarten koos voor een fianchetto met zijn koningsloper tegenover mijn dameloper op b7. Meestal ontwikkelt wit in dit soort openingen een sterk pionnencentrum, zo niet deze De Wit. Hij rokeerde keurig op de vijfde zet, ik pas op de tweeëntwintigste. Ik kon mijn loper op de c-lijn poneren waardoor zijn beide paarden met de hoeven in de modder bleven steken. Aan zijn lichaamstaal zag ik dat hij niet blij was. Na een min of meer gedwongen loperruil had ik nog meer hout kunnen slaan en een pion kunnen winnen en daarmee waarschijnlijk de partij. Ik besloot om de loper op d6 te plaatsen als maatregel tegen een eventuele uitval van de pion naar f4. Ik rokeerde rustig om een paardoffer op e6 voor te zijn. Er volgde nog een truc met het paard maar daar hadden ze f7-f5 voor uitgevonden. Laatste stuiptrekking: de witte toren valt de zwarte dame aan! De dame mept die toren er gewoon af want zwart kan nadat de witte pion de dame heeft genomen (die pion wordt binnenkort aangeklaagd door metoo) kan de zwarte toren de witte dame terugwinnen en de witte c-pion is onverdedigbaar. Er volgden nog wel zo’n dertig zetten voor de winst werd binnengesleept. Daarbij moest ik wel op blijven letten, hoor! Het etentje na afloop smaakte door de overwinning des te zoeter.
Jan van den Dries – Pieter Couwenberg 0-1
Met een dubbel, maar overheersend prettig, gevoel kijk ik terug op de wedstrijd tegen EGS 2. Dubbel, want ik verloor van Pieter Couwenberg, maar als team trokken we een fantastische 5-3 overwinning over de streep. Mijn partij ging lang gelijk op zowel qua materiaal als qua stelling. Naar dat evenwicht moest ik wel even zoeken, want ik moest er aan wennen dat ik – vanwege de visuele beperkingen van mijn tegenstander Рeerst mijn zet moest aankondigen, dan de zet moest uitvoeren en dan de klok moest indrukken. Vervolgens sprak mijn tegenstander die zet uit en ging hij op z’n eigen bord kijken wat z’n antwoord zou worden.
Vervolgens kondigde hij zijn zet aan, zette die op zijn eigen bord en dan moest ik zijn zet op het ‘echte’ bord uitvoeren. Best ingewikkeld.
Op een gegeven moment leidde mijn geschetste concentratiegebrek tot de onvermijdelijke achterstand, doordat ik onnodig een loper verloor. Ik kreeg er wel een pionnetje voor terug, maar vanaf dat moment beschouwde ik mijn partij in hogere zin toch als verloren. Het stond, toen ik mijn loper verloor, echter het is 2-2 door ongelukkige nederlagen van Hans Groffen en Ton Tepe die gecompenseerd waren door mooie winstpartijen van Jan Bergsma en Paul Vermee.
Toen kwam Andries vragen of hij remise mocht aannemen. “Nee”, zei ik beslist, want met mijn virtuele verlies erbij stonden we feitelijk 2-3 achter! Andries ging er nog eens goed voor zitten en een uur later was het geen 2-3, maar 3-2! Doorspelen kan dus wel degelijk lonen! Kort daarna volgde onze supersub, René Davidse, waardoor we op 4-2 kwamen en het eerste wedstrijdpunt minimaal binnen zou zijn. Maar we wilden meer en roken bloed.
Ik dacht dat het psychologisch wel gunstig zou zijn om mijn tegenstander zo lang mogelijk bezig te houden. Zodra Jan Weijters remise zou hebben, kon ik immers rustig opgeven. Maar Jan Weijters wilde geen remise en ging brutaal voor de winst. Mijn tegenstander wilde telkens de dames ruilen maar doordat ik die ruil uit de weg ging, had hij moeite de winstgang te vinden. Ik dacht met de dames op het bord namelijk meer tegenkansen te houden en dat was ook zo en de partij sleepte zich tot meer dan 75 zetten voort.
Toen verloor ik onvermijdelijk opnieuw een loper en moest ik even daarna wel opgeven en de tegenstander feliciteren. Maar ik deed dat met een tevreden gevoel en een glimlach op de mond, want ik had allang gezien dat collega-teamleider Jan Weijters onverzettelijk op de winst afkoerste: 5-3 derhalve voor Stukkenjagers 6, een mooie overwinning op een sterker geachte opponent en wat belangrijker was: een echte teamprestatie. Het kwam de sfeer bij het smakelijke diner na afloop alleen maar ten goede! Wellicht het begin van een mooie traditie: samen spelen, samen winnen en samen eten en drinken!
Jan Bergsma – Nico Dignum 1-0
In onze match tegen EGS 2 mocht ik aantreden tegen Nico Dignum, ook lid van de Stukkenjagers en welbekend van onze eigen groepencompetitie. Een sympathieke tegenstander en dus een plezierige verrassing, die ook nog eens heeft geleid tot mijn eerste winstpartij in de competitie. Eindelijk. Na het antwoord e6 op de d4 opening van Nico, wat ik eigenlijk nooit doe, had ik het gevoel dat Nico duidelijk iets anders had verwacht en niet in zijn eigen spel kon komen. Ik had al snel het initiatief hetgeen er al na een zet of tien toe leidde dat Nico zijn loper opofferde om daar twee pionnen voor terug te krijgen. Die voorsprong werd al gauw uitgebreid tot een toren tegen twee pionnen, een overwicht zodanig dat het leidde tot een serieuze dreiging van mijn koningin en toren. Toen Nico mij ook nog een open lijn ‘cadeau gaf’ aan de andere kant van het bord kon ik met mijn andere toren achterom komen, en was er geen houden meer aan, onverbiddelijk schaakmat. Door deze persoonlijke overwinning, later gevolgd door de overwinning van ons hele team, kon mijn dag niet meer kapot. Het heerlijke en gezellige eten met zijn allen daarna was dan ook een prachtige afsluiting!
Rene Davidse – Frans Leijtens 1-0
Vrijdagavond werd ik aangenaam verrast door een telefoontje van César Becx: ik moest met de Stukkenjagers 6 meespelen! César kwam nog wel met een vaag verhaal over speler te kort in Stukkenjagers 2 en doorschuifsystemen die in werking traden, maar ik wist het direct: mijn talent komt bovendrijven. Eindelijk is een grote toekomst voor mij bij De Stukkenjagers in gang gezet.
De Stukkenjagers 6… zucht. Ik kon het nog niet echt geloven. Zoals Armstrong zei: “A giant leap”, maar dat was geen schaker, ik wel in de wolken.
Ik speelde aan bord 6 tegen Frans Leijtens. Al snel merkte ik dat mijn denkpatroon radicaal veranderd was sinds de erkenning. De opening was: d4-d5 waarna ik c4 speelde. (Capablanca-Aljechin, St. Petersburg 1914). Ik bouwde een solide stelling op wat me zelfvertrouwen gaf. Op de 9e zet speelde ik e3 (Carlsen-Aronian, Tata Steel 2013). Ok√©…Carlsen speelde e3 als openingszet maar verder was er weinig verschil in de zet. Ik sprak mezelf moed in door te stellen dat ik pas sinds gisteren tegen de GM-titel aanschurk en dat de zetvolgorde nog een aandachtspuntje is.
Op de 26e zet gaf Frans zich over en schudde mij de hand. Na de derde speelronde sta ik nog steeds op een 100%-score! Mogelijk dat ik in navolging van Herman Grooten ook een boek ga uitgeven over schaaklessen. Verder houd ik vanaf nu de woensdagavonden tussen 19.00 uur en 19.45 uur vrij in mijn agenda.
Hans Groffen – Ben Elswijk 0-1
Ik speelde ditmaal tegen een bekende, Ben Elswijk. Ik maakte een praatje toen hij binnenkwam en hij bleek op bord 7 mijn tegenstander te zijn, dat zit goed dacht ik. Een pijnlijke vergissing, zo bleek! Ik begon goed, had al snel een matdreiging en was content daarover. Ik vergat alert te reageren op zijn paard, dat pakte bij mij een toren… dom! Mijn stelling werd slechter, het kostte me nog een pion en moeite om zijn paard terug te pakken. Ik had overleg om remise aan te bieden, hij overwoog het kort.
Mat was nog mogelijk. Door dame en loper af te ruilen kon hij hier wat aan doen. Ik worstelde en kon door mijn paard nog wat compenseren. Ben had daar even moeite mee zei hij me later Ik speelde lang een verloren partij en nam mezelf kwalijk dat ik zo nonchalant was. Wel fijn voor Ben dat hij na zijn fietsongeluk en operatie weer iets leuks had meegemaakt.
Ik liep regelmatig langs ons team en zag Jan B al snel winnen, Paul stond er ook al heel snel goed voor.
Gelukkig wonnen we als team! Het was gezellig en het eten heerlijk daarna. Om tien uur naar bed is toch geen aanrader.
Paul Vermee – Matthijs Muis 1-0
Toch altijd een beetje druk zo’n 114 schakers op een dag in Cinecitta. Maar wel gezellig. Om tien uur word ik reeds door César op de fiets ingehaald. Die wil altijd als eerste aanwezig zijn! De zaal stond reeds klaar, altijd wel zo fijn dat je niet met tafels hoeft te sjouwen. En in no time stonden de borden en de klokken klaar.
En toen werd het spannend. Althans voor mij, want de laatste tijd zitten er niet veel overwinningen in. Maar goed. Mijn tegenstander Matthijs Muis zal wel hetzelfde gedacht hebben. Ik had me voorgenomen de lijnen goed in de gaten te houden en te openen met mijn bekende f4. Geeft toch altijd enige spanning bij de tegenstander.
Op enig moment staat zijn dame op d6 en de loper op f8 en kan ik gedekt mijn loper op a3 spelen. Nog niet zo veel aan de hand, maar hij speelt zijn dame naar d7 en ik kan deze weer aanvallen met paard e5. En daar maakt de aardige tegenstander een blunder. Hij denkt: jij mijn dameaanvallen, dan ik de jouwe ook en speelt loper g4, gedekt door paard f6, en valt daarmee mijn dame aan. Echter, hij vergeet dat ik zijn loper kan pakken met mijn paard op e5. Daarna slaat hij het paard op g4 en uiteraard ik zijn paard met mijn dame. Daarna zou het een peulenschil moeten zijn met een vol stuk voor, maar ik heb toch nog tot zet 48 moeten doorspelen alvorens hij opgaf. Ik heb nog even gedacht dat het een neefje van Cees Zoontjes zou zijn. Hij bood namelijk tot twee maal toe remise aan.
Het gaf een goed gevoel om te winnen en dat ook het team won was de kers op de taart. Afgesloten met samen eten, wat ik echt heel leuk vond. Moeten we meer doen. De 16e naar Nuenen ben ik van de partij en kan drie man meenemen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.